Herhaling 1.1 en 1.2
1 / 23
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe heet dit tijdvak?
A
Jagers en verzamelaars
B
Jagers en boeren
C
Boeren en Grieken
D
Jagers en vissers
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het middel van bestaan van jagers en verzamelaars?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Alleen jagen
D
De landbouw
Slide 4 - Quizvraag
Waarom hadden de jagers - verzamelaars geen vaste woonplek?
Slide 5 - Open vraag
Welke omschrijving past bij het begrip: nomaden?
A
Mensen met een vaste woonplaats
B
Mensen die in hutten wonen
C
Mensen die rondtrekken zonder vaste verblijfplaats
D
Mensen die alleen tijdens de vakanties rondtrekken
Slide 6 - Quizvraag
Welke omschrijving past bij het begrip: zelfvoorzienend?
A
Genoeg geld verdienen om alles wat nodig is in het leven te kunnen kopen.
B
Genoeg werk voor iedereen, zodat iedereen genoeg spullen heeft om te ruilen.
C
Niet alleen ervoor zorgen dat je zelf genoeg spullen hebt, maar ook veel verkopen.
D
Zelf zorgen voor alles wat nodig is om te leven.
Slide 7 - Quizvraag
Noem twee voorbeelden van werktuigen en wapens die de jagers-verzamelaars zelf maakten.
Slide 8 - Open vraag
Hoe noemen we de manier waarop mensen in een grote groep samenleven?
A
Zelfvoorzienend
B
Samenleving
C
Nomaden
D
Prehistorie
Slide 9 - Quizvraag
Wat doet een archeoloog?
Slide 10 - Open vraag
Is dit een geschreven of
ongeschreven bron?
ongeschreven bron?
A
Geschreven bron
B
Ongeschreven bron
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noemen we de periode waarvan geen geschreven bronnen zijn?
A
Prehistorie
B
Historie
C
Samenleving
D
Oudheid
Slide 12 - Quizvraag
Leg uit waarom er geen verschil tussen arm en rijk was in deze tijd?
Slide 13 - Open vraag
Bekijk beide afbeeldingen:
1. Welke afbeelding is van de
jagers en welke van de boeren
2. Leg uit waarom.
1. Welke afbeelding is van de
jagers en welke van de boeren
2. Leg uit waarom.
1
2
Slide 14 - Open vraag
Waar is de landbouw ontstaan?
A
Midden-Oosten
B
Amerika
C
Afrika
D
Europa
Slide 15 - Quizvraag
Ok, landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de landbouwrevolutie?
A
De periode waarin er geschreven bronnen kwamen
B
De periode waarin de landbouw is ontstaan
C
Een groot gevecht tussen jagers en boeren
D
Het ontstaan van de landbouw in Nederland
Slide 17 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan
hadden de mensen vóór
de Landbouwrevolutie?
hadden de mensen vóór
de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 18 - Quizvraag
Welke middelen van bestaan
hadden de mensen
tijdens de Landbouwrevolutie?
hadden de mensen
tijdens de Landbouwrevolutie?
A
Jagen en verzamelen
B
Jagen, verzamelen, akkerbouw en veeteelt
C
Akkerbouw en veeteelt
D
Verzamelen, akkerbouw en veeteelt
Slide 19 - Quizvraag
Waarom gingen mensen over op de landbouw?
Slide 20 - Open vraag
Noem drie verschillen tussen de jagers en verzamelaars en de jagers en boeren.
Slide 21 - Open vraag
Wat is cultuur?
A
De manier waarop mensen aan voedsel komen
B
De manier waarop mensen leven: taal, geloof, voorwerpen en gewoonten
C
Het ontstaan van de landbouw
D
Het geloof van mensen in natuurgoden
Slide 22 - Quizvraag
Hunebedden waren ... ?
A
Beschermplek voor de goden
B
Schuilplaatsen voor onweer
C
Graven voor rijke boeren
D
Afvalplaats voor grote stenen
