H6.4 Nederland bezet

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

H6.4 Nederland bezet, opdr. 65 t/m 76

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Anton Mussert
Nationaalsocialistische Beweging
Fase 2 van de bezetting

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht-66
De Winterhulp kan worden gezien als een vorm van nazificatie. Leg dit uit.
Alle Nederlandse liefdadigheidsorganisatie werden vervangen door de Winterhulp van de nazi’s, zodat ook liefdadigheid onder hun invloed kwam.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht-67
Bepaal per bron of er sprake is van collaboratie, accommodatie, of verzet.
• Bron W8:  

• Bron W9:  

• Bron W10: 

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht-67
Bepaal per bron of er sprake is van collaboratie, accommodatie, of verzet.
• Bron W8: Accommodatie, “elkaar wederzijds begrijpen”, ofwel: willen samenleven.
• Bron W9: Collaboratie, meevechten met de nazi’s tegen de Sovjet-Unie.
• Bron W10: Verzet; staken om de Duitse bezetter dwars te zitten.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht-68
Bekijk de foto. Stel, jullie wonen in Amsterdam en zien dit gebeuren. Benoem de emoties die jullie daarbij voelen. Wat zouden jullie doen als, kort na deze razzia, een staking wordt aangekondigd om te protesteren tegen deze razzia’s. Doen jullie mee? Waarom wel of niet?
Een groep gewone Nederlandse burgers zit op de knieën op een Amsterdams plein en wordt onder schot gehouden. Zou je dat zien, dan zou je bijvoorbeeld geschokt kunnen zijn, boos, verdrietig.
Wat je vervolgens zou doen, hangt ook af van de vraag of je bereid bent om risico’s te nemen.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Opdracht-68
Bekijk de foto. Stel, jullie wonen in Amsterdam en zien dit gebeuren. Benoem de emoties die jullie daarbij voelen. Wat zouden jullie doen als, kort na deze razzia, een staking wordt aangekondigd om te protesteren tegen deze razzia’s. Doen jullie mee? Waarom wel of niet?
Een groep gewone Nederlandse burgers zit op de knieën op een Amsterdams plein en wordt onder schot gehouden. Zou je dat zien, dan zou je bijvoorbeeld geschokt kunnen zijn, boos, verdrietig.
Wat je vervolgens zou doen, hangt ook af van de vraag of je bereid bent om risico’s te nemen.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht-69
Zoek online twee antisemitische maatregelen die vóór de Februaristaking in Nederland werden ingevoerd. Noem ook drie antisemitische maatregelen die ná de Februaristaking werden ingevoerd.
Voorbeelden van antisemitische maatregelen van vóór de Februaristaking:
• 
•  
Voorbeelden van antisemitische maatregelen van na de Februaristaking:
•  
• 
• 


Slide 34 - Tekstslide

Opdracht-69
Zoek online twee antisemitische maatregelen die vóór de Februaristaking in Nederland werden ingevoerd. Noem ook drie antisemitische maatregelen die ná de Februaristaking werden ingevoerd.
Voorbeelden van antisemitische maatregelen van vóór de Februaristaking:
ambtenaren moesten een verklaring tekenen waarin stond dat ze geen Jood waren.
Joden moesten zich laten registreren.
Voorbeelden van antisemitische maatregelen van na de Februaristaking:
Joodse kinderen moesten naar aparte scholen.
Joodse mensen moesten een Davidster dragen.
Joden mochten niet meer overal wonen.


Slide 35 - Tekstslide

Opdracht-70
Maak met twee voorbeelden uit de bron duidelijk dat Het Parool een illegale krant was.

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht-70
Maak met twee voorbeelden uit de bron duidelijk dat Het Parool een illegale krant was.
  • De kop (‘Nazi-Duitschland stort roemloos ineen’) zou niet in een krant hebben gestaan die werd gecontroleerd door de nazi’s. Dat geldt ook voor de onderkop, waarin de geallieerden ‘onze bondgenooten’ worden genoemd.
  • En de ondertitel van de krant, ‘vrij onverveerd’ is afkomstig uit het Wilhelmus en is gedrukt op de kleurbanen van de Nederlandse vlag. Daardoor lijkt niet waarschijnlijk in een krant die onder controle van de nazi’s stond.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht-71
Wat wil de tekenaar zeggen met zijn spotprent?
Noem twee beeldelementen die de tekenaar gebruikt om zijn boodschap over te brengen.


Slide 39 - Tekstslide

Opdracht-71
Wat wil de tekenaar zeggen met zijn spotprent?
Noem twee beeldelementen die de tekenaar gebruikt om zijn boodschap over te brengen.
Alle kranten schrijven alsof ze een dictee volgen en de nazi op de voorgrond schrijft precies voor wat ze in de krant moeten en mogen schrijven. De tekenaar wil dus zeggen dat in alle kranten dezelfde (voorgeschreven) berichten stonden. De handen zijn allemaal hetzelfde, gebruiken dezelfde soort pen en zitten met handboeien aan elkaar vast.

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht-72
Was bron 13 een oorzaak van wat je in bron W12 ziet, of een gevolg ervan? Leg je antwoord uit.
Het was een gevolg. De kranten stonden onder controle van de nazi’s. Omdat er veel behoefte was aan écht nieuws, werden illegale kranten gemaakt, zoals Het Parool.

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht-73
Noem een bedoeld gevolg en een onbedoeld gevolg van de spoorwegstaking van 1944.
• Bedoeld gevolg: Het Duitse leger kon manschappen en voorraden moeilijker verplaatsen.
• Onbedoeld gevolg: De voedselvoorziening van het westen van Nederland stond stil.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Opdracht-74
Inwoners van de steden hadden meer last van de gevolgen van de treinstaking dan de bewoners van het platteland.
Leg uit waardoor dit kwam.
Door de staking werd er minder (geen) voedsel van het platteland naar West-Nederland vervoerd. Op het platteland werd voedsel verbouwd, dus er was meer beschikbaar.

Slide 44 - Tekstslide

Opdracht-75
Het is niet bekend hoeveel slachtoffers de Hongerwinter precies heeft gemaakt.
Geef daarvoor een verklaring.



Slide 45 - Tekstslide

Opdracht-75
Het is niet bekend hoeveel slachtoffers de Hongerwinter precies heeft gemaakt.
Geef daarvoor een verklaring.
Het was moeilijk te bepalen of iemand door honger, kou, ziekte, of ouderdom was omgekomen. 


Slide 46 - Tekstslide

Opdracht-76
Maak met behulp van de bron duidelijk dat de bevrijding van het westen van Nederland niet langer had moeten duren.
Je ziet aan de lichamen van de kinderen dat ze echt uitgehongerd waren. Had de bevrijding langer op zich laten wachten, dan hadden ze het vermoedelijk niet overleefd.


Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

15 mei 
PW H6.4 t/m 6.6 + stencil 'Fasen van de bezetting'

Slide 49 - Tekstslide