Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Dag 5
Thema 4 - eten - dag 5
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Thema 4 - eten - dag 5
Slide 1 - Tekstslide
kiezen
uit verschillende mensen mogelijkheden kiezen wie of wat het beste is.
werkwoord kies/kiest/kiezen
zin
:
Ik kan geen beroep
kiezen.
zin
:
Je mag er drie
kiezen.
29
Slide 2 - Tekstslide
kopen
iets krijgen door er geld voor te geven
werkwoord koop/koopt/kopen
zin
:
Ik
koop
nieuwe schoenen.
zin
:
Ze
koopt
elke maand een boek.
30
Slide 3 - Tekstslide
lang
lengte (mm , cm , m )
lang < > kort
tijd (snel < > langzaam)
zin:
De man is
lang,
wel 2 meter!
zin:
Ik wacht al heel erg
lang
.
31
Slide 4 - Tekstslide
lekker
is goed
smaakt goed
is mooi
zin
:
Ik vind pasta
lekker.
zin:
Het is
lekker
weer.
zin:
Welterusten!
Lekker
slapen.
32
Slide 5 - Tekstslide
de
lepel
eet je soep mee
ligt naast je bord
hoort bij vork en mes
de
lepel - de lepel
s
zin:
Soep eet je met een lepel.
33
Slide 6 - Tekstslide
de
maaltijd
eet je drie keer per dag
ontbijt - ochtend
lunch - middag
warm eten - avond
de
maaltijd - de maaltijd
en
zin
:
Ik eet de
maaltijd
in de keuken.
34
Slide 7 - Tekstslide
de
man
volwassen jongen
geen vrouw
de
man - de man
nen
zin:
De man
gaat naar de winkel.
zin:
De man
woont in Den Helder.
35
Slide 8 - Tekstslide
Maak een zin met het werkwoord
kiezen
29
Slide 9 - Open vraag
Wat koop je in de supermarkt?
Slide 10 - Woordweb
Het woord 'lang' heeft te maken met:
31
A
1. gewicht 2 . kilo
B
1. tijd 2. lengte
C
1. uur 2. kg
D
1. inhoud 2. m - cm
Slide 11 - Quizvraag
De man die ............. is doet er niet ......... over om naar zijn huis te gaan, hij is snel thuis.
31
Slide 12 - Open vraag
Welk woord past het beste past bij het filmpje?
kies uit: kort - lang - lekker - vies
(Kies 1 woord)
32
Slide 13 - Open vraag
Soep eet je met de .............
33
A
vork
B
mes
C
lepel
D
bestek
Slide 14 - Quizvraag
Ik eet de soep met een ............., het vlees snijd ik met een .......... en de aardappel prik ik met een ..................
Welke woorden vul je in?
33+38+56
Slide 15 - Open vraag
De maaltijd eten met mes, vork en lepel is netjes.
(er zijn meer goede antwoorden)
33+38+56
33+38+56
A
lepel - vork - mes
B
vork - lepel - mes
C
vork - mes - lepel
D
mes - lepel - vork
Slide 16 - Quizvraag
Welke maaltijden eet jij op één dag?
34
Slide 17 - Open vraag
Waar zie je een man?
35
A
B
C
D
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Dag 5
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Dag 5 + 6
Oktober 2023
- Les met
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
maandag 30 oktober 2023
Augustus 2024
- Les met
32 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Disk thema 4 eten & drinken - dag 5
Oktober 2023
- Les met
20 slides
ISK
Basisschool
Groep 1
Dag 5 - Thema Eten
Oktober 2023
- Les met
21 slides
NT2
ISK
Dag 6 - Thema Eten
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Donderdag 2 november 2023
November 2023
- Les met
25 slides
A-GEEL disk thema 4 eten, woordvolgorde (wk 2, les 1)
Januari 2023
- Les met
32 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1