Step 1: Read the part of the text assigned to your group individually. Highlight difficult words. Step 2: Divide the part of the text into smaller parts. Step 3: Study your part intensively and translate the difficult words you encounter. Step 4: Share your knowledge of your part of this text. Step 5: Enter the difficult words you translated into the shared document.
Slide 6 - Tekstslide
passives
Slide 7 - Woordweb
PASSIVES
Als je van een actieve zin een passieve zin maakt, schuif je het lijdend/meewerkend voorwerp naar voren.
They watched a movie last night.
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Slide 8 - Tekstslide
PASSIVES
Als je van een actieve zin een passieve zin maakt, schuif je het lijdend/meewerkend voorwerp naar voren.
They watched a movie last night.
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Slide 9 - Tekstslide
PASSIVES
Als je van een actieve zin een passieve zin maakt, schuif je het lijdend/meewerkend voorwerp naar voren.
They watched a movie last night.
A movie ...
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Slide 10 - Tekstslide
PASSIVES
A movie was watched last night (by them).
In een Engelse lijdende zin heb je altijd een vorm van 'to be' nodig en een voltooid deelwoord (3).
De tijd moet hetzelfde blijven.
Slide 11 - Tekstslide
tijd
actief
passief
present simple
feiten, gewoontes
Jack builds a house
A house is built
past simple
toen
Jack built a house
A house was built
present perfect
toen tot nu
Jack has built a house
A house has been built
past perfect
voor toen
Jack had built a house
A house had been built
present continuous
nu gaande
Jack is building a house
A house is being built
past continuous
toen gaande
Jack was building a house.
A house was being built
hulpwerkwoord
Jack will/can/shall build a house
A house will/can/shall be built
Slide 12 - Tekstslide
PASSIVES
Stappenplan:
Zet het lijdend/meewerkend voorwerp vooraan in de zin.
Zet de passive in de juiste tijd met de goede vorm van TO BE en het voltooid deelwoord.