Je kunt je ogen in alle richtingen draaien.
Naar links en naar rechts, naar boven en naar beneden.
We hebben eerder geleerd dat spieren alleen trekkrachten kunnen uitoefenen en niet kunnen duwen.
Daarom heb je een spier om naar rechts te draaien en een andere om naar links te draaien.
We noemen dat antagonisten.
(klik
hier voor een animatie van antagonisten)
In totaal zitten aan ieder oog zes spieren die de oogbewegingen regelen. deze spieren zitten vast aan de oogbol (het oogwit) én aan de schedel.