Biologie lesson up Kou

Kou
Biologie Lessonup
Kou
gemaakt door: Pascalle, Verena, Jaylee & Laura
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Kou
Biologie Lessonup
Kou
gemaakt door: Pascalle, Verena, Jaylee & Laura

Slide 1 - Tekstslide

Warmbloedige dieren
vermageren
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedige dieren.
Dat betekent dat hun lichaamstemperatuur rond een bepaalde
waarde schommelt en dus min of meer constant blijft. 
Als het kouder wordt verbranden dieren veel energierijke
stoffen om warm te blijven.
Hierdoor vermageren ze tijdens de winter. 

Slide 2 - Tekstslide

Warmbloedige dieren
Lichaamstemperatuur
Veel zoogdieren hebben een vacht die bestaat uit haren
en de huid van een vogel is bedekt met een verenkleed.
Tussen de haren en de veren zit een laag lucht.
Stilstaand lucht houd de lichaamswarmte vast.
Dat noem je isoleren.

Een vetlaag isoleert ook en zorgt ervoor dat de lichaamswarmte
goed wordt.
Zo hebben zeehonden en walvissen geen last van de kou
in het water en houden ze hun kerntemperatuur op peil. 

Slide 3 - Tekstslide

Koudbloedige dieren
lichaamstemperatuur
Koudbloedige dieren houden hun lichaamstemperatuur anders op peil dan warmbloedige dieren.
Omdat ze geen vacht, verenkleed of vetlaag hebben neemt hun lichaam de temperatuur op van de omgeving.
Als het in de omgeving koud is, zijn zij ook koud, en als het warm is zijn zij ook warm.

Koudbloedige dieren houden hun lichaamstemperatuur op peil, daar hun lichaam te laten opwarmen op warme plekken, en te laten afkoelen op koude plekken.


Slide 4 - Tekstslide

Koudbloedige dieren
Leguaan

Een voorbeeld van zo’n koudbloedig dier is een zee leguaan.
Ze leven op het land, maar ze zoeken hun voedsel in zee.
Ze liggen vaak op de rotsen om opgewarmd te worden.
Als ze helemaal zijn opgewarmd, gaan ze de zee in om eten te zoeken. 

Als de leguanen het water in gaan, koelen ze weer af.
Dit komt natuurlijk omdat het water koud is, en ze afhankelijk zijn van de omgevingstemperatuur.
Als ze kouder worden, gaat hun verbranding steeds langzamer en bewegen ze ook trager. Daarom moeten ze na een tijdje weer opnieuw in de zon liggen om weer warm te worden, en dus meer energie te krijgen. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kunnen jullie deze vragen beantwoorden:
  • Welke onderdelen van het lichaam spelen een rol bij het warm houden van een dier?
  • Hoe komt het dat koudbloedige dieren bij een lage lichaamstemperatuur  minder productief worden?
  • Hoe zorgen koudbloedige dieren voor verkoeling en opwarming?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zorgen koudbloedige dieren voor verkoeling en opwarming?

Koudbloedige dieren kunnen zelf geen lichaamswarmte produceren.
Koudbloedige dieren zijn bijvoorbeeld amfibieën,
vissen, insecten en reptielen.
De temperatuur van een koudbloedig dier hangt af van de
omgeving waarin het dier zich bevindt.
Hun lichaamstemperatuur is ongeveer gelijk aan de temperatuur van de omgeving. 
Verkoeling kan onder andere komen door in de schaduw liggen en in koud water zwemmen.
Opwarming kan onder andere komen door in de zon liggen. 
Dus eigenlijk het opzoeken van warmere of koelere plaatsen of door in het water te zijn helpt koudbloedige dieren te verkoelen en op te warmen.

Slide 7 - Tekstslide

Welke onderdelen van het lichaam spelen een rol bij het warm houden van een dier?
Veel zoogdieren hebben een vacht die bestaat uit haren en is de huid van vogels bedekt met veren.
Tussen de haren en veren zit een laag lucht.
Deze lucht houdt de lichaamswarmte goed vast. 


Bij zeehonden en walvissen, zit er geen lucht tussen haren.
In plaats daarvan hebben ze een dikke laag vet onder hun huid, deze doet hetzelfde als het lucht tussen de haren en veren.
Het houdt de lichaamswarmte goed vast. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe komt het dat koudbloedige dieren bij een lage lichaamstemperatuur minder productief worden?

In het lichaam gebeuren veel dingen, van deze dingen zijn vaak veel afhankelijk van de lichaamstemperatuur.
Bij lage temperatuur zijn organisme veel minder
productief dan met een hogere lichaamstemperatuur.
Met een lage temperatuur word het
koudbloedige dier trager en gaat hun verbranding langzamer. 
Hierdoor zijn koudbloedige dieren met een lage lichaamstemperatuur niet zo productief als met een ‘normale/warme’ lichaamstemperatuur.

Slide 9 - Tekstslide

Wat zit er tussen haren/veren dat voor isoleren zorgt?
A
Lucht
B
Vetlaag
C
Kleine haren en veren
D
Niks

Slide 10 - Quizvraag

Hoe komt het dat koudbloedige dieren bij een lage lichaamstemperatuur minder productief worden?
A
Het dier gaat sneller bewegen om warm te worden. Hierdoor wordt het dier moe en minder productief.
B
Door de lage temperatuur wordt het dier trager en gaat de verbranding langzamer.
C
Door een lage temperatuur zijn ze zo koud dat bewegen lastig gaat.

Slide 11 - Quizvraag

Welke onderdelen van het lichaam spelen een rol bij het warm houden van een dier?
A
haren en veren
B
haren en vet
C
veren en vet
D
haren, veren en vet

Slide 12 - Quizvraag

Hoe zorgen koudbloedige dieren voor verkoeling?
A
Niet, ze zijn koudbloedig dus hebben geen verkoeling nodig
B
Ze gaan een ijsje eten.
C
Ze gaan in de schaduw zitten/liggen of zoeken verkoeling in het water.
D
Niet, ze kunnen zichzelf niet verkoelen.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe zorgen koudbloedige dieren voor verwarming?
A
Niet, ze kunnen zelf lichaamswarmte produceren
B
Ze gaan meer bewegen om het warmer te krijgen.
C
Ze gaan onder andere in de zon liggen om op te warmen.
D
Ze gaan meer eten waardoor ze energie krijgen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat heb je nu geleerd?

Slide 15 - Open vraag