thema 6 les 9



De tegenstelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



De tegenstelling

Slide 1 - Tekstslide

De tegenstelling van
wild = tam
A
goed
B
fout

Slide 2 - Quizvraag

De tegenstelling van..
beleefd = beleefder
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quizvraag

De tegenstelling van...
krom = recht
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

De tegenstelling van ..
kort = ?
A
warm
B
snel
C
lang
D
langzaam

Slide 5 - Quizvraag

De tegenstelling van...
dun = ?
A
lang
B
dik
C
mager
D
kort

Slide 6 - Quizvraag

Ik kijk op het kruispunt naar links, niet naar.......

Slide 7 - Open vraag

De slang is klein, maar ...?

Slide 8 - Open vraag

Het wiel is niet vierkant maar...
A
recht
B
krom
C
rond

Slide 9 - Quizvraag

De fiets is niet groot, maar ..?

Slide 10 - Open vraag

De spaken zijn recht, niet .. ?

Slide 11 - Open vraag

De band is vol, niet.....?

Slide 12 - Open vraag

De fiets is wit, niet ..?

Slide 13 - Open vraag

Is dit een tegenstelling?

olifant en muis
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Is dit een tegenstelling?

warm en lauw
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Is dit een tegenstelling?

reus en baby
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

het einde

Slide 17 - Tekstslide