gerund vs infinitive

gerund vs infinitive
joep, job en dani
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

gerund vs infinitive
joep, job en dani

Slide 1 - Tekstslide

wat is infinitive?
onvervoegd werkwoord
word gebruikt bij een hulpwerkwoord

Slide 2 - Tekstslide

voorbeeld
competing word (to) compete
excused word (to) excuse

Slide 3 - Tekstslide

wat is Gerund?
 werkwoord word gebruikt als zelfstandig naamwoord
eindigt altijd op -ing
in de continious gaat het samen met to be

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld
I have been working all day.
Laughing is good for you.

 

Slide 5 - Tekstslide

wat is het verschil
Wat komt na het werkwoord?
To = Infinitive
For = gerund

Slide 6 - Tekstslide

Wat is Infinitive
A
werkwoord word gebruikt als ZNW
B
onvervoegd werkwoord
C
werkwoord+ing
D
als het oneindig doorgaat

Slide 7 - Quizvraag

Wat is Gerund
A
onvervoegd werkwoord
B
een diersoort
C
werkwoord + ing
D
werkwoord word gebruikt als ZNW

Slide 8 - Quizvraag

wanneer gebruik je de infinitive

Slide 9 - Open vraag

waar eindigt een gerund op
A
ing
B
n

Slide 10 - Quizvraag

hoe gebruik je een gerund

Slide 11 - Open vraag

gerund of infinitive
‘he admitted to stealing the money’
A
gerund
B
infinitive

Slide 12 - Quizvraag

gerund of infinitive
‘she advises waiting till tomorrow’
A
gerund
B
infinitive

Slide 13 - Quizvraag

gerund of infinitive
‘I can’t afford to buy that’
A
gerund
B
infinitive

Slide 14 - Quizvraag

gerund of infinitive
‘I have decided to leave on Monday’
A
gerund
B
infinitive

Slide 15 - Quizvraag

gerund of infinitive
‘i appreciate hearing from you’
A
gerund
B
infinitive

Slide 16 - Quizvraag

gerund of infinitive
‘Laughing is good for you’
A
gerund
B
infinitive

Slide 17 - Quizvraag

maak de zin af (gerund)
‘I could not resist (to eat) dessert’

Slide 18 - Open vraag

maak de zin af (infinitive)
‘she deserves (to win) the price

Slide 19 - Open vraag

klaar

Slide 20 - Tekstslide