13 december - 1B 2.3 woordenschat en opsommingen

Welkom 1B!!!
Staat je telefoon op stil in de zak?



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1B!!!
Staat je telefoon op stil in de zak?



Slide 1 - Tekstslide

Zeekat

Slide 2 - Tekstslide

In Oegstgeest staat een school.
A
Feit
B
Mening
C
Geen van beiden

Slide 3 - Quizvraag

Aardbeienijs is het allerlekkerst.
A
Feit
B
Mening
C
Geen van beiden

Slide 4 - Quizvraag

Wat weet je al!
Ik weet wat feiten en meningen zijn.
Ik herken feiten en meningen.


Slide 5 - Tekstslide

Programma
  • Ik ga op reis...
  • Opsommingstekens
  • Moeilijke woorden
  • Aan de slag
  • Wat heb ik geleerd?

Slide 6 - Tekstslide

Ik ga op reis en ik neem mee
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Wat ga ik leren?
Signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.

De Moeilijkewoordenwijzer toepassen.

Slide 8 - Tekstslide

Ik ga op reis en ik neem mee...
Een kip en een broodrooster. Ook neem ik mijn telefoon mee en een oplader. Verder neem ik koekjes mee, daarnaast een fles met water. 


De woorden geven aan dat er nog iets komt.

Slide 9 - Tekstslide

Welk signaalwoord staat er in de zin?

Ik zit op voetbal, daarnaast zit ik op dansen.
A
Op
B
Daarnaast
C
Voetbal
D
Ik

Slide 10 - Quizvraag

In het gerecht moeten erwten en ei, verder gaat er kaas overheen.

Slide 11 - Open vraag

Wat zegt het boek?
Signaalwoorden
Woorden die tekstverbanden aangeven.

Opsomming
Woorden, zinnen of alinea´s die een verband hebben en in een bepaalde volgorde gezegd of geschreven worden.

Signaalwoorden voor een opsomming
als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot

Slide 12 - Tekstslide

Moeilijkewoordenwijzer

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak 2.3 opdracht 8 tot en met 16. 
Opdracht 9 hoeft niet!
Na 5 minuten loop ik rond.

Huiswerk voor dinsdag

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Lees de zinnen rustig door. 
Het huis is echt immens. Het heeft wel 25 kamers, een enorme tuin en een zwembad!

Slide 15 - Tekstslide

Het huis is echt immens.

Slide 16 - Sleepvraag

Lees de zinnen rustig door. 
Het huis is echt immens. Het heeft wel 25 kamers, een enorme tuin en een zwembad!

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent immens?

Slide 18 - Open vraag

Moeilijkewoordenwijzer

Slide 19 - Tekstslide

Het heeft wel 25 kamers, een enorme tuin en een zwembad!

Slide 20 - Woordweb

Ik kan signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan de Moeilijkewoordenwijzer toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Als ik laat les heb wil ik de uitleg graag...
Aan het begin van de les
Midden in de les
Aan het einde van de les

Slide 23 - Poll