Nieuwsbegrip week 11 niveau A

Nieuwsbegrip week 11
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nieuwsbegrip week 11

Slide 1 - Tekstslide

Waar ging het filmpje gister over?

Slide 2 - Open vraag

De tekst lezen we samen
moeilijke woorden onderstreep je


Doel: ik 
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
In de tekst wordt uitgelegd wat een robot is. In welk stukje staat dit?
A
in het stukje Internationale wedstijd
B
in het stukje ‘Gewoon’ apparaat of robot
C
in het stukje Beter en sneller

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 2
In regel 4 staat: Ze presenteerden hun zelfgemaakte robots aan een deskundige jury. Wat betekent ‘een deskundige jury’?
A
een jury die een prijs moet geven
B
een jury die er veel van weet
C
een jury die nog veel moet leren

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 3
In regel 12-13 staat: Ze moesten een LEGO-robot bouwen en programmeren. Wat betekent programmeren?
A
het kijken naar hoe een computer allerlei taken voor een robot bedenkt
B
het maken van opdrachten voor een computer, waardoor die een taak kan doen
C
het uitvoeren van opdrachten door een computer, zoals een robot

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 4
Lees het stukje Robotarm nog eens goed. Met welke zin kan dit stukje het beste verdergaan?
A
Daarom deed de robotarm het werk sneller.
B
De robotarm was dus erg handig.
C
Het werk was dus heel gevaarlijk.

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 5
In regel 41-42 staat: Ze hebben een beter geheugen en kunnen beter rekenen.
Naar wie of wat verwijst Ze?
A
naar ‘sommige dingen’ in regel 41
B
naar ‘robots’ in regel 41
C
naar ‘mensen’ in regel 41

Slide 8 - Quizvraag

Sleutelvragen
Beantwoord nu de sleutelvragen
Alleen óf in 2-tallen op papier!


timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 1
Waarom zijn robots niet meer weg te denken uit ons leven, denk je?

Slide 10 - Open vraag

Vraag 2
Wat is het belangrijkste doel van de FIRST LEGO League?

Slide 11 - Open vraag

Vraag 3
Wat is het verschil tussen een ‘gewoon’ apparaat en een robot?

Slide 12 - Open vraag

Vraag 4
Welke voordelen had de robotarm, vergeleken met de werknemers van de fabriek? Noem drie voordelen uit dit stukje tekst.

Slide 13 - Open vraag

Vraag 5
Robots in huis kunnen al allerlei taken overnemen van mensen. Noem twee taken waarvoor je een robot heel geschikt vindt en één taak waarvoor je een robot niet geschikt vindt.

Slide 14 - Open vraag

Vraag 6
Wat is nu nog een belangrijk verschil tussen robots en mensen?

Slide 15 - Open vraag

Klaar?
Teken een Robot
of
Maak online je opdrachten af

Slide 16 - Tekstslide

Vrijdag:
Verder in boek 
Online aan het werk
Robot maken

Slide 17 - Tekstslide