SV H5 Lijnen en hoeken

Samenvatting
H5 Lijnen en hoeken

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samenvatting
H5 Lijnen en hoeken

Slide 1 - Tekstslide

5.1 Lijnen

Slide 2 - Tekstslide

Loodrecht
Wanneer staan 2 lijnen loodrecht op elkaar?

Slide 3 - Tekstslide

Evenwijdig
Wanneer zijn 2 lijnen evenwijdig aan elkaar?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2
Teken een loodrechte lijn op onderstaande lijn: 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3
Teken op 2,4 cm.  afstand een evenwijdige lijn:

Slide 7 - Tekstslide

5.2 Hoeken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 4


Hoeveel bomen 
ziet Jarno?

Slide 10 - Tekstslide

Hoeken
Hoe noem je de 2 lijnen die vanuit hoekpunt Q vertrekken?

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 5


Beantwoord onderstaande vragen:
a. Welke hoek is recht? 
b. Welke hoek is groter dan een rechte hoek? 
c. Welke hoeken zijn kleiner dan een rechte hoek? 
d. Zet de hoeken in volgorde van kleinste naar grootste hoek. 




Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 6


Beantwoord onderstaande vragen:
a. Hoeveel graden is helemaal rond? 
b. In hoeveel stukken is de taart hiernaast verdeeld? 
c. Hoeveel graden is de hoek van één taartpunt? 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 7
Zet de juiste namen bij de juiste hoeken. Kies uit
- volle hoek
- rechte hoek
- gestrekte hoek
- scherpe hoek 
- stompe hoek 
- inspringende hoek

Slide 15 - Tekstslide

5.3 Hoeken meten

Slide 16 - Tekstslide

Hoeken meten
Met welk voorwerp meet je hoeken?


Wat is de belangrijkste lijn op dit voorwerp?



Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 8 
Meet de hoeken:

Slide 18 - Tekstslide

5.4 Hoeken tekenen

Slide 19 - Tekstslide

Hoeken tekenen
Stappenplan:

1. Maak op de koershoekmeter de hoek die je wilt maken.
2. Leg de koershoekmeter op je papier.
3. Zet een punt in het midden. Zet een streepje bij de zwarte en rode lijn.
4. Teken met je liniaal twee lijnen vanuit het punt naar de streepjes.
5. Teken een boogje in de getekende hoek.
6. Zet bij het hoekpunt de juiste hoofdletter. 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 9


Teken een hoek G van 76°

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 10
Een hond heeft een gezichtsveld van 
240 graden. Teken zijn gezichtsveld 
vanuit de zwarte punt.

Slide 22 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Tekstslide