Interpunctie, komma, punt, vraagteken, uitroepteken.

Vandaag:
1. Doornemen proefwerkstof.
2. Doornemen theorie:
punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens.
3. Nakijken: alles van de Cursus spelling.
4. Beginnen aan het huiswerk!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag:
1. Doornemen proefwerkstof.
2. Doornemen theorie:
punten, komma's, vraagtekens en uitroeptekens.
3. Nakijken: alles van de Cursus spelling.
4. Beginnen aan het huiswerk!

Slide 1 - Tekstslide

th4b| Nederlands | Leren voor toetsweek 2

  • Soort toets: spelling en interpunctie (leestekens).
  • Leren voor de toets:
Vakboek
Hoofdstuk 13 ‘Spelling’ blz. 148 t/m 164
Hoofdstuk 14 ‘Leestekens’ blz. 165 t/m 169

Slide 2 - Tekstslide

Hoe oefenen voor de toets:
  • Oefen met de opdrachten in je werkboek van Talent. Zorg dat je deze vragen kent:
Cursus spellen blz. 104 t/m 110,
Cursus leestekens blz. 121 t/m 123.

  • Let op: zorg ervoor dat je alle opdrachten gemaakt en ook nagekeken hebt. Als je nakijkt, doe je dat met een andere kleur, zodat je weet wat je nog moeilijk vindt en waar je extra mee kunt oefenen voor de toets.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe oefenen voor de toets:
  • Maak iedere dag de BeterSpellen test. Als je een vraag fout hebt beantwoord, lees dan de uitleg die wordt gegeven.


  • Oefen alle spellingcategorieën op de website Cambiumned.nl. Op deze site staat ook uitleg over de spellingregels en staan ook video’s waarin uitleg wordt gegeven.


  • In de week voor de Topweek zal ik een extra oefentoets toevoegen aan de jaarbijlagen.

Slide 4 - Tekstslide

Interpunctie
Leestekens - interpunctie dus - helpen een lezer door een tekst heen. Ze verduidelijken het verband tussen de delen van een zin én ze voorkomen verkeerd lezen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Theorie komma:

Komma's markeren korte pauzes in een tekst of in een zin die je hoort wanneer een tekst op een natuurlijke manier wordt voorgelezen. 

Slide 7 - Tekstslide

Komma
De komma heeft veel functies. Je gebruikt hem onder meer in de volgende gevallen: 
  • In opsommingen
    Bijvoorbeeld: Wij zoeken een gezellige, ervaren collega.
  • Voor en/of na een aanspreking of tussenwerpsel
    Bijvoorbeeld: Ach, gaat u toch zitten, heren.
  • Voor en na een bijstelling
    Bijvoorbeeld: Volgens de eigenaar, de heer Jansen, is dit een bestseller. 






Slide 8 - Tekstslide

Komma
  • Voor en na een uitbreidende bijzin
    Bijvoorbeeld: De twee fietsers, die zonder licht reden, kregen een boete.
  • Voor een aantal voegwoorden

    Bijvoorbeeld: De stemmen werden geteld, toen iedereen geweest was.
  • Voor en na tussengeschoven woorden
    Bijvoorbeeld: De woningen, klein maar fijn, waren snel verkocht. 
  • Tussen twee werkwoorden uit twee verschillende gezegde
    Bijvoorbeeld: Wie heel hard loopt, kan die trein net halen. 

Slide 9 - Tekstslide

Waar moet(en) de komma('s)?
Hé daar rijdt de minister-president.
A
Hé daar, rijdt de minister-president.
B
Hé, daar rijdt de minister-president.
C
Hé daar rijdt de minister-president.
D
Hé, daar, rijdt de minister-president.

Slide 10 - Quizvraag

Waar moet(en) de komma('s)?
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips koekjes popcorn en cola.
A
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips, koekjes, popcorn en cola.
B
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips, koekjes, popcorn, en cola.
C
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips koekjes, popcorn en cola.
D
In mijn tas zit allerlei lekkers: chips, koekjes, popcorn en, cola.

Slide 11 - Quizvraag

Punt, vraagteken, uitroepteken
  • Met de punt, het vraagteken en het uitroepteken sluit je de zin af. 
- Een vraagteken gebruik je na een vraag,
- Een uitroepteken na een uitroep, wens, waarschuwing, aansporing of bevel.
Gebruik geen punt na een vraagteken, uitroepteken of afkorting die op een punt eindigt. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
1. Nakijken: 
Alles van de cursus spelling. Verbeter ZORGVULDIG met een andere kleur en noteer het aantal fouten per opdracht. De antwoorden staan in de jaarbijlage. 
2. Maken: opdracht 1  cursus leestekens, blz. 121.
3. Maak de BeterSpellentest van vandaag!
4. Oefen extra op Cambiumned.nl.

Slide 13 - Tekstslide