Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
voorbeeld kansklas weerwoord woordenschat
Doel:
*Ik ken/weet de betekenis van de woorden uit het nieuwsbegrip.
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
Basisschool
vmbo b
Groep 6
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Doel:
*Ik ken/weet de betekenis van de woorden uit het nieuwsbegrip.
Slide 1 - Tekstslide
De woonkamer
Het bed
Het raam
De deur
De televisie
De stoel
Het zwembad
De bank
De badkamer
De boekenkast
De keuken
De tafel
Slide 2 - Sleepvraag
het scheepswrak
het autowrak
het vliegtuigwrak
drumstel
piano
elektrische gitaar
harp
castagnetten
blokfluit
keyboard
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
stelling
argument
weerlegging
samenvatting
conclusie
aanleiding
definitie
voorbeeld
constatering
uitwerking
reden om nu een tekst te schrijven over het onderwerp
omschrijving van wat er met een bepaald verschijnsel wordt bedoeld
beschrijving van één concreet geval
er wordt een verschijnsel/ontwikkeling vastgesteld
er wordt extra informatie gegeven over het onderwerp
Iemand doet een bewering over het onderwerp (niet feitelijk)
reden waarom iemand iets vindt
argument van ander wordt ontkracht
beknopte navertelling
slotgedachte obv voorgaande
Slide 4 - Sleepvraag
Wat moet ik doen?
Doe je laptop aan en ga naar :
Lessonup.nl
voer de
code
in die je hieronder ziet.
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik woordenschat week 10
Ik heb:
- al eerder naar het nieuwsbegrip geluisterd.
- de moeilijke woorden geleerd.
- met de moeilijke woorden geoefend.
Slide 6 - Tekstslide
Doen:
Terugblik woordenschat week 10
-
Ik ga kijken als ik de betekenis van de woorden nu ken/weet
Kies het juiste antwoord dat bij het woord past
A
B
C
of
D
Slide 7 - Tekstslide
Het gaat om deze woorden, herken je ze nog?
- het scheepswrak
- de ontdekkingsreiziger
- de expeditie
- dwars oversteken
- de bemanning
- het noodlot
- afgelegen
- uiteindelijk
- uitzonderlijk
- diverse
Slide 8 - Tekstslide
uiteindelijk
A
bijna
B
spannende
C
samen
D
zelfstandig, vrij
Slide 9 - Quizvraag
uitzonderlijk
A
oplossen
B
zitten naast
C
liggen naast
D
niet te veel
Slide 10 - Quizvraag
Het verhaal over zijn Het verhaal van
vakantie was
doodnormaal
. Robinson Crusoe is een Er was niks bijzonders aan.
uitzonderlijk
verhaal.
Slide 11 - Tekstslide
doodnormaal
A
steun of hulp van iemand nodig hebben
B
iets ergs meemaken
C
bedanken
D
zelfstandig
Slide 12 - Quizvraag
afgelegen
A
de dieren in het bos
B
de groep mensen die samen in een land woont
C
het dorp
D
het bordspel
Slide 13 - Quizvraag
Robinson Crusoe belandde Mijn school staat om de hoek.
op een afgelegen eiland. Ik ben er in 2 minuten lopen.
Slide 14 - Tekstslide
om de hoek
A
steun of hulp van iemand nodig hebben
B
iets ergs meemaken
C
bedanken
D
zelfstandig
Slide 15 - Quizvraag
het noodlot
A
op iets of iemand letten, in de gaten houden
B
een bril opzetten
C
weg halen
D
iemand laten schrikken
Slide 16 - Quizvraag
de ontdekkingsreiziger
A
op iets of iemand letten, in de gaten houden
B
een bril afzetten
C
iemand of iets niet meer zien, niet meer aan denken
D
iemand laten lachen
Slide 17 - Quizvraag
dwars oversteken
A
bijna
B
honderd jaar
C
het jaar
D
weekend
Slide 18 - Quizvraag
de bemanning
A
iets dat niet goed is
B
van tijd tot tijd
C
positief
D
denken dat iets goed of eerlijk is
Slide 19 - Quizvraag
Zij
vertrouwde
haar vader in het spel. Zij
wantrouwde
mij in het spel
en werd heel boos.
Slide 20 - Tekstslide
wantrouwen
A
negatief
B
vertellen
C
niet geloven dat iets goed of eerlijk is
D
iets dat goed is
Slide 21 - Quizvraag
het scheepswrak
A
in stukken vallen, uit elkaar vallen
B
uitwerking
C
vastkleven
D
met elkaar vallen
Slide 22 - Quizvraag
Op de grond bleek dat het spel Het elastiekje
houdt
de haren
bijeen
.
uiteengevallen
was.
Slide 23 - Tekstslide
bijeenhouden
A
elkaar vasthouden
B
uitvallen
C
pakken
D
bij elkaar houden
Slide 24 - Quizvraag
diverse
A
bewaren
B
een land of plaats in bezit nemen met een leger soldaten
C
het spel met meerdere personen spelen
D
meemaken
Slide 25 - Quizvraag
Je
bezet
eerst land. Na een tijdje werd het land
bevrijd
.
Slide 26 - Tekstslide
bevrijden
A
zorgen dat iemand niet meer gevangen is
B
een land of plaats in bezit nemen met een leger soldaten
C
bedanken
D
het spel alleen spelen
Slide 27 - Quizvraag
de expeditie
A
de soldaten
B
iemand die iets leuk vindt
C
iemand die iets ergs heeft meegemaakt
D
de schuldige
Slide 28 - Quizvraag
Zij gooide het spel door de kamer. Zij kregen het spel tegen zich aan
Zij is
de schuldige
. gegooid en raakte gewond.
Zij zijn
de slachtoffers
.
Slide 29 - Tekstslide
de schuldige
A
het slachtoffer
B
iemand die iets verkeerds gedaan heeft, de dader
C
iemand die aardig doet
D
de soldaten
Slide 30 - Quizvraag
geschokt
A
heel erg geschrokken en in de war
B
vastkleven
C
gevallen
D
te veel, meer dan goed is
Slide 31 - Quizvraag
wat hoort niet bij
de emotie
A
geschokt
B
enthousiast
C
gebeurd
D
gefrustreerd
Slide 32 - Quizvraag
Woordenoverzicht
- het scheepswrak = wat overblijft van schip na een ongeluk
- de ontdekkingsreiziger = iemand die een reis maakt om nieuwe plekken te vinden
- de expeditie = een zware reis naar een plek waar je moeilijk kunt komen
- dwars oversteken = helemaal van de ene kant naar de andere gaan
- de bemanning = de mensen die op een schip of in een vliegtuig werken
- het noodlot = de vervelende gebeurtenis die je niet kunt tegenhouden
- afgelegen = een plek waar je moeilijk kunt komen
- uiteindelijk = na lange tijd
- uitzonderlijk = heel bijzonder
- diverse = verschillende
Slide 33 - Tekstslide
Evaluatie (nabespreken):
Op de volgende slides invullen
- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt.
- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.
-Wat vind je van de les
timer
2:00
Slide 34 - Tekstslide
1. Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt.
2. Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.
(vul in en klik op bewaren)
timer
2:00
Slide 35 - Open vraag
Wat vind je van de les
(vul in en klik op verstuur)
Slide 36 - Woordweb
Ik ken/weet de betekenis van de woorden.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 37 - Poll
Meer lessen zoals deze
week 11 - Scheepswrak Endurance gevonden bij Antarctica
Maart 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
Basisschool
vmbo b
Groep 6
Leerjaar 1
Afsluitende quiz
November 2020
- Les met
18 slides
door
Kidsweek in de Klas
Geschiedenis
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Endurance: Scheepswrak gevonden
Maart 2024
- Les met
24 slides
Nieuwsbegrip
Basisschool
Groep 7
Gedichtendag
Februari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Nieuwsbegrip week 11 - Scheepswrak Endurance
Maart 2022
- Les met
19 slides
Nieuwsbegrip
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Welkom handel - barentsz
Juli 2023
- Les met
43 slides
Gestrand op Antarctica
Mei 2024
- Les met
16 slides
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 7,8
Columbus
Oktober 2024
- Les met
16 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1