Betoog schrijven - herhaling

Betoog schrijven - herhaling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Betoog schrijven - herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Herhaling uitleg over het schrijven van een betoog
Betoog schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel van een betoog?
Waarom schrijf je een betoog?

Slide 3 - Open vraag

Betoog
Inleiding
Kern
Slot

Slide 4 - Tekstslide

Betoog
In een betoog zit altijd:
  • Een mening (standpunt)
  • Argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Wat staat er in de inleiding van een betoog?

Slide 6 - Open vraag

Waarmee beginnen we de laatste zin van de inleiding?

Slide 7 - Open vraag

Inleiding
Inleidend, leuk verhaaltje over het onderwerp. 
Nog geen mening!!

In de laatste zin noem je de stelling. Begin met: Ik vind ...

Slide 8 - Tekstslide

Wat staat er in de kern van het betoog?

Slide 9 - Open vraag

Kern
Meerdere alinea's
Voor elk argument gebruik je één alinea

Slide 10 - Tekstslide

Met welk signaalwoord kan je het eerste argument beginnen?

Slide 11 - Open vraag

Argument 1
Benoem je argument
Om te beginnen, ten eerste, allereerst

Onderbouw je argument. Geef uitleg of gebruik een voorbeeld
Omdat, want, immers, namelijk

Slide 12 - Tekstslide

Met welk signaalwoord kan je het tweede argument beginnen?

Slide 13 - Open vraag

Argument 2
Benoem je argument
Ook, ten tweede, bovendien, verder, daarnaast

Onderbouw je argument. Geef uitleg of gebruik een voorbeeld
Omdat, want, immers, namelijk

Slide 14 - Tekstslide

Argument 3
Benoem je argument
Ook, ten derde, bovendien, verder, daarnaast

Onderbouw je argument. Geef uitleg of gebruik een voorbeeld
Omdat, want, immers, namelijk

Slide 15 - Tekstslide

Wat staat er in het slot van een betoog?

Slide 16 - Open vraag

Slot
Geef een conclusie.
Herhaal kort de argumenten die in de kern staan.

Herhaal je standpunt. Gebruik een signaalwoord!
Dus, daarom, kortom

Slide 17 - Tekstslide

Titel
Het betoog is klaar.
Bedenk nu een titel die goed bij het betoog past!

Slide 18 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Denk aan de spelling van woorden.
  • Denk aan de spelling van werkwoorden!
  • Denk aan hoofdletters, komma's, punten.
  • Gebruik feiten voor het betoog.
  • Gebruik signaalwoorden.
  • Lees de zinnen goed na, staan woorden in de goede volgorde? 'Loopt' de zin lekker?

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf een betoog van minimaal 200 woorden.
Gebruik het blad dat jullie gekregen hebben.

De stelling is:
Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland.


Slide 20 - Tekstslide