Leesvaardigheid Duits
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
bron
Bild
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Verder met H3A
Verder met V3A
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden.
A
Voorspellen
B
Scannen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De tekst snel en globaal doorlezen.
Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van de volgende alinea's.
Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van de volgende alinea's.
A
Scannen
B
Skimmen
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je scant de tekst om een bepaald stukje
informatie te vinden. Je leest dus selectief.
Als je opzoek bent naar maar één bepaald
gegeven, maak je gebruik van scannen.
informatie te vinden. Je leest dus selectief.
Als je opzoek bent naar maar één bepaald
gegeven, maak je gebruik van scannen.
A
Voorkennis gebruiken
B
Scannen
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken.
A
Voorkennis gebruiken
B
Skimmen
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk!
A
Voorspellen
B
Structuur ontdekken en gebruiken
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden.
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.
A
Voorkennis gebruiken
B
Intensief (gedetailleerd lezen)
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd.
Lijkt het woord op het Nederlands ?
Spreek het woord in gedachten uit.
Hak het woord in stukjes.
Kijk naar de context waarin de zin staat.
Lijkt het woord op het Nederlands ?
Spreek het woord in gedachten uit.
Hak het woord in stukjes.
Kijk naar de context waarin de zin staat.
A
Woordbetekenissen raden/afleiden
B
Skimmen
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext
Slide 15 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
