3.3 Planten BBL/KBL1

3.3 Planten BBL/KBL1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 Planten BBL/KBL1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Wat heb je de vorige les gedaan?                                             5 min
  • Waar ga jij in deze les aan werken? (jouw doelen)            5 min
  • Wat weet je al?                                                                                  10 min
  • Samen of zelfstandig aan de slag                                           15 min
  • Heb je je doelen behaald?                                                           10 min
  • Afsluiting van de les                                                                        5 min

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het vorige x over gehad?

Slide 3 - Tekstslide

We beginnen makkelijk... 
wortels
Stengel
Blad
Bloem
Plant

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen zaadplanten en sporenplanten?
A
Het hebben van bladgroenkorrels
B
de manier van voortplanten
C
Waar ze leven
D
Hoe ze gebouwd zijn

Slide 5 - Quizvraag


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 6 - Quizvraag

Hoe is je score?
De meeste vragen goed? 
Dan mag je samen met je buurvrouw of buurman aan de slag met je eigen doelen.

 De meeste vragen fout?
Dan gaan we samen nog even aan de slag met het doornemen van dit hoofdstuk.

Slide 7 - Tekstslide


Waar ga jij in deze les aan werken?

Slide 8 - Woordweb

Zelfstandig aan de slag:
Wat ga je doen: 
Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.
Hoe?
Met behulp van je werkboek/laptop.
Hulp nodig?
Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.
Resultaat?
Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 
een vraag daarover beantwoorden.
Klaar?
Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Verlengde instructie 

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen plant

Organen van een plant:

Bloem

Stengel

Bladeren

Wortels


De organen van een plant bestaan uit weefsels, weefsels bestaan uit cellen


Slide 11 - Tekstslide

Zaadplanten

• Ze bezitten wortels, stengels, bladeren en bloemen.

• Ze planten zich voort door zaden; zaden zitten in vruchten (bijvoorbeeld appels, kersen

en bonen).


paardenbloem, appel, mango, bannaan enz

Slide 12 - Tekstslide

Sporenplanten
Kenmerken:
- Geen bloemen
- Voortplanting door sporen

Voorbeelden:
- Mossen
- Varens

Slide 13 - Tekstslide

Samen aan de slag of alleen?

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag:
Wat ga je doen: 
Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.
Hoe?
Met behulp van de aftekenlijst en je werkboek/laptop.
Hulp nodig?
Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.
Resultaat?
Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 
een vraag daarover beantwoorden.
Klaar?
Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Sporenplant
Sporenplant
Zaadplant
Zaadplant
Mos
Varen
Bloem
Gras

Slide 16 - Sleepvraag

Heb je gedaan wat je van te voren bedacht had (jouw doelen)?

Slide 17 - Poll

Afsluiting van de les
Heb je nog huiswerk voor een volgende x?

Slide 18 - Tekstslide