V5 Wiederholung Verben und Fälle 1

Welke Duitse naamvallen heb je tot nu toe geleerd?
A
1 e
B
2e
C
3e
D
4e
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke Duitse naamvallen heb je tot nu toe geleerd?
A
1 e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 1 - Quizvraag

Meine Mutter hat einen kleinen Bruder.
Welke naamvallen zitten in deze zin?
A
1e + 4e
B
3e + 4e
C
1+3e
D
2e + 4de

Slide 2 - Quizvraag

Vul de juiste naamvallen in:
D... Mann sieht d... Kind
A
Die Mann, das Kind
B
Der Mann, die Kind
C
Der Mann, das Kind
D
Die Mann, den Kind

Slide 3 - Quizvraag

Vul de juiste naamvallen in:
D... Frau gibt ... Kind .... Buch.
A
Die Frau, das Kind, das Buch
B
Die Frau, dem Kind, das Buch
C
Der Frau, dem Kind, das Buch
D
Die Frau, dem Kind, der Buch

Slide 4 - Quizvraag

Ich bitte d.. Lehrer um eine bessere Erklärung
A
der
B
dem
C
des
D
den

Slide 5 - Quizvraag

Gestern habe ich mit mein... Freun... viel Spaß gemacht!
A
meinen Freunden
B
meiner Freunden
C
meinen Freunde
D
meiner Freunde

Slide 6 - Quizvraag

Ich begegnete d... berühmten Sportsmann selber!
A
der
B
des
C
dem
D
den

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer moet je op naamvallen letten?

Slide 8 - Open vraag

welk ezelsbruggetje (3 letters) gebruik je voor grammatica in een zin? waarvoor staat die afkorting?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide