2H Kapitel 2 - Zusammenfassung

Herzlich Willkommen!
Deze les gaan we alle onderdelen van Kapitel 2 oefenen:

Wörter 2.1 t/m 2.6
Redemittel 2.3 en 2.6
Grammatik A t/m F

Succes!
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
Deze les gaan we alle onderdelen van Kapitel 2 oefenen:

Wörter 2.1 t/m 2.6
Redemittel 2.3 en 2.6
Grammatik A t/m F

Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Wörter 2.1, 2.2, 2.4, 2.5
D-NL



Übersetze die Wörter ins Niederländische.
Vertaal de woorden naar Nederlands.

Slide 2 - Tekstslide

reichen

Slide 3 - Open vraag

sofort

Slide 4 - Open vraag

trotzdem

Slide 5 - Open vraag

das Konto

Slide 6 - Open vraag

brauchen

Slide 7 - Open vraag

das Angebot

Slide 8 - Open vraag

ausgeben für

Slide 9 - Open vraag

umtauschen

Slide 10 - Open vraag

Wörter 2.3 und 2.6
NL-D


Übersetze die Wörter ins Deutsche.
Vertaal de woorden naar het Duits.
Let op hoofdletters en lidwoorden!

Slide 11 - Tekstslide

de jurk

Slide 12 - Open vraag

zwart

Slide 13 - Open vraag

de schoenen

Slide 14 - Open vraag

donderdag

Slide 15 - Open vraag

het weekend

Slide 16 - Open vraag

zaterdagavond

Slide 17 - Open vraag

Redemittel 2.3 und 2.6
NL-D


 Übersetze die Sätze ins Deutsche.
Vertaal de zinnen naar het Duits.
Let op, elke zin begint met een hoofdletter!

Slide 18 - Tekstslide

Ik vind de broek goedkoop.

Slide 19 - Open vraag

Ik ga even kijken.

Slide 20 - Open vraag

Ik geloof dat de jas een beetje te krap is.

Slide 21 - Open vraag

Bedankt voor de uitnodiging.

Slide 22 - Open vraag

Veel succes!

Slide 23 - Open vraag

Grammatik A 
Zwakke werkwoorden op -d,-t



Ergänze die richtigen Formen von den schwachen Verben vor dem Satz.
Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Slide 24 - Tekstslide

warten - Warum ... du schon so lange?

Slide 25 - Open vraag

reden - Unser Lehrer ... immer so viel.

Slide 26 - Open vraag

baden - Ich ... gerne im See

Slide 27 - Open vraag

antworten - Herr Müller, ... Sie mir bitte.

Slide 28 - Open vraag

Grammatik B
Het voltooid deelwoord

Wähle die richtige Form.  
Kies de juiste vorm.

Slide 29 - Tekstslide

Opa hat gerne mit den Kindern ... .
A
gespielen
B
gespielt

Slide 30 - Quizvraag

Wie viel hat die Jacke ... ?
A
gekost
B
gekosten
C
gekostet

Slide 31 - Quizvraag

Der Mann hat ..., etwas zu stehlen.
A
versuchen
B
geversucht
C
versucht

Slide 32 - Quizvraag

Julia hat schon 3 Stunden mit Simon ... .
A
gechattet
B
gechatten
C
chattet

Slide 33 - Quizvraag

Grammatik C
getallen t/m 1000



Schrijf het woord als getal op.

Slide 34 - Tekstslide

zweihundertvierundzwanzig

Slide 35 - Open vraag

siebenhundertdreiundvierzig

Slide 36 - Open vraag

achthundertsechsundachtzig

Slide 37 - Open vraag

Grammatik D
Het geslacht van het zelfstandig naamwoord


Welk lidwoord past bij het woord?

Slide 38 - Tekstslide

Professorin
A
der
B
die
C
das

Slide 39 - Quizvraag

Freiheit
A
der
B
die
C
das

Slide 40 - Quizvraag

Kätzchen
A
der
B
die
C
das

Slide 41 - Quizvraag

Sommer
A
der
B
die
C
das

Slide 42 - Quizvraag

Grammatik E
Modalverben


Übersetze und ergänze die richtige Form des Verbs. 
Vertaal en vul de juiste vorm van het werkwoord in. 

Slide 43 - Tekstslide

kunnen - ... du mir helfen?

Slide 44 - Open vraag

mogen - Wir ...nicht in die Disko gehen.

Slide 45 - Open vraag

moeten - Ich ... um 8 Uhr wieder Zuhause sein.

Slide 46 - Open vraag

moeten - Ihr ... um 8 Uhr wieder Zuhause sein.

Slide 47 - Open vraag

houden van - Ihr ... gerne Spaghetti, oder?

Slide 48 - Open vraag

Grammatik F
het persoonlijk voornaamwoord


Ersetze das fettgedruckte Substantiv durch das richtige Personalpronomen. 
Vervang het woord door een persoonlijk voornaamwoord.
(er, sie, es)

Slide 49 - Tekstslide

die Schwester
A
er
B
sie
C
es

Slide 50 - Quizvraag

unser Vater
A
er
B
sie
C
es

Slide 51 - Quizvraag

das Kleid
A
er
B
sie
C
es

Slide 52 - Quizvraag