Burgerschap Snap je Geld

Snap je Geld
- Moeilijke woorden

Doelen
1. Je kent verschillende woorden die te maken hebben met geld. 
2. Je kent verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen die te maken hebben met geld.
3. Je weet wat een budget is.
5. Je hebt nagedacht over wat jij uitgeeft.
6. Je hebt op de webside Snap je Geld 46 korte opdrachten gedaan.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Snap je Geld
- Moeilijke woorden

Doelen
1. Je kent verschillende woorden die te maken hebben met geld. 
2. Je kent verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen die te maken hebben met geld.
3. Je weet wat een budget is.
5. Je hebt nagedacht over wat jij uitgeeft.
6. Je hebt op de webside Snap je Geld 46 korte opdrachten gedaan.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent administratie?

Slide 2 - Open vraag

Maak een zin met het woord 'garantie'.

Slide 3 - Open vraag

Wat is 'belasting'?
A
Hoeveel spierpijn je krijgt na het sporten.
B
Geld dat je krijgt.
C
Geld dat je betaalt aan de overheid.
D
Spaargeld.

Slide 4 - Quizvraag

Het geld dat je elke maand opnieuw moet betalen.

Slide 5 - Open vraag

Wat is een 'verzekering'?

Slide 6 - Open vraag

Wat hebben een 'rekening' en een 'schuld' met elkaar te maken?

Slide 7 - Open vraag

Ik heb niet zoveel geld dat ik alles maar kan kopen.
Iets voor weinig geld kopen.
Dat kost mij heel veel geld.
Veel geld uitgeven zonder daarbij na te denken.
Dat kost mij heel veel geld.
Van alleen maar veel geld hebben, word je niet gelukkig.
Een gat in de hand hebben.
Het geld groeit me niet op de rug.
Iets voor een prikkie kopen.
Geld maakt niet gelukkig.
Geld over de balk smijten.
Dat is een rib uit mijn lijf. 

Slide 8 - Sleepvraag

Budget

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

budget

Slide 11 - Woordweb


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het meeste 
geld aan uit?

Slide 12 - Open vraag

Ik zou 
minder geld kunnen uitgeven aan...

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide


Overzicht inkomsten en uitgaven
OPDRACHT
Maak een overzicht van al je inkomsten 
per maand (bijv. zakgeld, klusjes etc.).
Hoeveel geef je iedere maand uit per categorie (eten/drinken, sport, telefoon, andere abonnementen, kleding, uitgaan).
Hoeveel houd je over of kom je tekort per maand?

Slide 15 - Tekstslide


Wat ging goed / niet goed 
bij het maken van het overzicht 
van inkomsten en uitgaven?

Slide 16 - Open vraag

Snap je geld
Ga naar de webside op de volgende pagina.
Maak een account aan op Snap je geld.
Doe de opdrachten in het gedeelte Mijn inkomsten mijn uitgaven..

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Wat heb je geleerd over inkomsten en uitgaven?

Slide 19 - Open vraag