Als je iets vertelt wat in het verleden ligt, gebruik je de verleden tijd. Het Spaans kent meerdere verleden tijden. Bestudeer de uitleg van twee verschillende verleden tijden.
1. VER: Bekijk de filmpjes, en/of
2. ESTUDIAR: Lees de uitleg in Paso adelante hoofdstuk 2 bron I + TB. p.100-101, nrs. 18-19.
3. HACER: maak daarna H2 oefening 31ab + 32 (werkboek A p.81 en verder)