4.1 Kracht en beweging

Vandaag
4.1 Kracht en soorten beweging

  • Administratie & Huiswerk in SOM
  • Balletjes: Effect van kracht
  • Lopen & Beweging meten in de klas
  • Kort zelf lezen in Stilte

  • Uitleg 4.1
  • Zelfstandig werken
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
4.1 Kracht en soorten beweging

  • Administratie & Huiswerk in SOM
  • Balletjes: Effect van kracht
  • Lopen & Beweging meten in de klas
  • Kort zelf lezen in Stilte

  • Uitleg 4.1
  • Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
4.1 Kracht en soorten beweging - deel 2

  • Administratie & Huiswerk in SOM
  • Shukke Tokudo - Zen
  • Toets terug

  • Herhaling s-t & v-t

  • Uitleg Resulterende        Kracht

  • Zelfstandig werken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kracht en beweging

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lopen in een grafiek

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even lezen
10 min in stilte


Lees bladzijde 112 t/m 114

Klaar? Begin aan opgaven
1 t/m 9

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Karel loopt een klein stukje naar het einde van de straat.
In de grafiek hiernaast zie je hoever Karel gelopen heeft en hoelang hij daar over deed. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welk stuk liep Karel het hardst?
A
Stuk 1
B
Stuk 2
C
Hij liep beide keren even hard
D
Dat kun je niet weten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Aan de helling van de grafiek kun je zien hoe hard hij gelopen heeft.

Hoe steiler de grafiek, hoe harder hij liep. 
Hiervoor gebruik je
vgem=ts

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Aan de helling van de grafiek kun je zien hoe hard hij gelopen heeft.

Bereken hoe hard Karel liep tijdens stuk 1 en stuk 2.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoe hard Karel liep tijdens stuk 1 en stuk 2.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
eerste 5min. alleen & in stilte

Bladzijde 115

Maak opgaven
1 t/m 9
 dit is huiswerk (voor 1e les na herfstvakantie)
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Een (s,t)-diagram bestaat niet altijd uit rechte lijnen.

Een beweging waar de lijn wel recht loopt, noem je eenparig.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Een beweging waar de lijn wel recht loopt, noem je eenparig.

Bij een rechte lijn in een (s,t)-diagram is de snelheid constant.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Je kunt de snelheid ook rechtstreeks weergeven, in een (v,t)-diagram.

Hierin kun je dan zien hoe de snelheid verandert in de loop van de tijd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk (v,t)-diagram hoort bij een constante snelheid?
A
B
C

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Je kunt de snelheid ook rechtstreeks weergeven, in een (v,t)-diagram.
Bij een vlakke lijn verandert de snelheid niet. Hij is dus constant.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe heet een beweging met constante snelheid?
Snelheid en afgelegde weg
Je kunt de snelheid ook rechtstreeks weergeven, in een (v,t)-diagram.
Bij een vlakke lijn verandert de snelheid niet. Hij is dus constant.
Dit hoort bij een eenparige beweging.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe heet een beweging met constante snelheid?
Snelheid en afgelegde weg
De afgelegde weg is de oppervlakte onder het (v,t)-diagram
B.v.: Iemand gaat 120 s lang, 6 m/s. 
Dan is de oppervlakte onder de grariek:
120 s * 6 m/s = 720 m.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe heet een beweging met constante snelheid?
Snelheid en afgelegde weg
Je kunt de snelheid ook rechtstreeks weergeven, in een (v,t)-diagram.
Bij een (rechte) stijgende lijn neemt de snelheid steeds toe.

Dit hoort bij een eenparig versnelde beweging.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe heet een beweging met constante snelheid?
Snelheid en afgelegde weg
Ook bij een versnelde beweging is de oppervlakte onder het (v,t)-diagram de afgelegde weg.
B.v.: Iemand versneld in 120 s van 0 naar 6 m/s. 
Dan is de oppervlakte onder de grafiek:
1/2 * 120 s * 6 m/s = 360 m.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe heet een beweging met constante snelheid?
Zelfstandig werken
10min. in stilte 1 opgave

Bladzijde 116

Maak opgave
10
 
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Je kunt de snelheid ook rechtstreeks weergeven, in een (v,t)-diagram.
Bij een (rechte) dalende lijn neemt de snelheid steeds af.

Dit hoort bij een eenparig vertraagde beweging.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe heet een beweging met constante snelheid?
Snelheid en afgelegde weg
Karel is benieuwd naar hoe zijn snelheid was tijdens het lopen.

Teken het (v,t)-diagram dat bij zijn grafiek hoort.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en afgelegde weg
Karel is benieuwd naar hoe zijn snelheid was tijdens het lopen.

Teken het (v,t)-diagram dat bij zijn grafiek hoort.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resulterende kracht

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optellen van krachten
+      Kracht kun je (makkelijk) bij elkaar optellen
als ze in dezelfde richting liggen.      +

-      Als ze op dezelfde lijn liggen, maar de verschillende kant op wijzen, dan moet je ze van elkaar aftrekken      -

Het voorwerp versnelt in de richting van resulterende kracht.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
eerste 5min. in stilte

Bladzijde 116

Maak opgave
11 & 12
(huiswerk is 10, 11 & 12)
 
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kracht
Karel en Hannah gaan touwtje trekken.

De volgende vraag gaat over hoeveel trekkracht Karel uitoefent ten opzicht van Hannah.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

beweegt het touw naar Karel
beweegt het touw naar Hannah
blijft het touw stilstaan
Als de trekkracht van Karel groter is
Als de trekkracht van Karel kleiner is
Als de trekkracht van Karel even groot is

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kracht
Als het touw stil hangt, trekken Karel en Hannah even hard. Karel en Hannah beweren hier ieder wat over.

Hannah zegt: Ook al beweegt het touw niet, toch werken er krachten op het touw.
Karel zegt: De snelheid van het touw is constant.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft gelijk?
A
Karel
B
Hannah
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kracht
Als het touw stil hangt, trekken Karel en Hannah even hard. Ondanks dat er krachten werken op het touw, beweegt het touw niet.

Als een van beide harder trekt, beweegt het touw wel. Er is dan een netto, ookwel resulterende kracht.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kracht
Als een van beide harder trekt, beweegt het touw wel. Er is dan een netto, ookwel resulterende kracht.

Welke kant het touw op gaat bewegen, hangt er vanaf wie het hardste trekt. Bij een kracht maakt dus niet alleen de grootte uit, maar ook de richting.
(Dit heet een vector)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kracht
Als je fietst, voel je de luchtweerstand tegenwerken. Met je spierkracht beweeg je je vooruit.

De volgende vraag gaat over hoe groot je spierkracht is ten opzicht van de luchtweerstandskracht.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kom je tot stilstand
ga je sneller
ga je langzamer
blijft je snelheid constant
Als je spierkracht  groter is
Als je spierkracht even groot is

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kracht
Als alle krachten elkaar opheffen (krachtenevenwicht), verandert de snelheid niet. Het voorwerp blijft in stilstand of beweegt met constante snelheid.

Als één van de krachten groter is dan de andere, verandert de snelheid wel. Er vindt dus een versnelling of vertraging plaats.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies