In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
toets hfdst 1 t/m 4
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de hoofdtaak van de zorgbeveiliger?
A
Het mede mogelijk maken van het leveren van zorg
B
Het opsporen van verboden wapens en drugs.
C
Het vergroten van de brandveiligheid binnen de zorginstelling.
D
Het opsporen van dieven
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor 'klant' in de zorg?
A
patiënt
B
bezoeker
C
cliënt
D
bezorger
Slide 3 - Quizvraag
Een paramedisch beroep wordt beschermd door de wet BIG.
A
Juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een zorginstelling?
A
Een organisatie waarin patiënten overnachten om daar zorg te krijgen.
B
Een organisatie die zorg aanbiedt.
C
Een instelling waar een arts zorg verleent.
D
een appartementencomplex
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een zorginstelling die geestelijke gezondheidszorg aanbiedt?
A
Een maatschappelijk werker.
B
De GGZ.
C
Een huisarts.
D
Verzorgende IG
Slide 6 - Quizvraag
Een paramedicus is iemand die...
A
.wel medische zorg biedt, maar geen arts is.
B
zorg levert en valt onder de WGBO.
C
BIG-geregistreerd is.
D
Geen status heeft
Slide 7 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met het begrip 'bejegening'?
A
De mate van gastvrijheid die je toont aan een ander.
B
e benadering van een ander.
C
De totale omgang met een ander.
D
de mate van respect tonen naar een kind
Slide 8 - Quizvraag
Welk begrip omschrijft dat je kunt omgaan met spanningen, druk, weerstand, tegenslag, tegendruk en teleurstellingen?
A
Sensiviteit.
B
Stressbestendigheid.
C
Loyaal
D
Integriteit.
Slide 9 - Quizvraag
Hoe beveilig je proactief?
A
Door regelmatig visitaties uit te voeren en problemen achteraf te voorkomen.
B
Door het volgen van protocollen en instructies voor jou als beveiliger.
C
Door het herkennen van normafwijkend gedrag en het handelen hiernaar.
D
door het herkennen van dieven
Slide 10 - Quizvraag
Wat kan voor jou een reden zijn om een bezoeker of patiënt aan te spreken in het kader van 'proactief beveiligen'?
A
Een bezoeker of patiënt hangt rond bij de ingang van een voor het publiek gesloten afdeling.
B
Een patiënt met een infuuspaal schuifelt langzaam door de gang van een ziekenhuis.
C
Een familielid van een patiënt huilt hard en zorgt voor overlast in de bezoekersruimte.
D
iemand aanspreken die zich droevig is
Slide 11 - Quizvraag
Een familielid van een patiënt huilt hard en zorgt voor overlast in de bezoekersruimte.
A
Het beheer van gevonden voorwerpen en registratie verloren voorwerpen.
B
Het invoeren van gegevens in een patiëntenregistratiesysteem
C
het bellen van patiënten voor afspraken
D
Het visiteren van uitgaande bezoekers en patienten.
Slide 12 - Quizvraag
Welke vormen van begeleiding van transport kunnen onder jouw verantwoordelijkheid vallen?
A
VIP’s, gedetineerden, Raad van Bestuur, hulpdiensten en geldtransport.
B
VIP’s, drugstransport, waarde transport, nucleaire transport en bloedtransport.
C
Gedetineerden, VIP’s, overledenen, gevaarlijke stoffen en transplantatietransport.
D
begeleiden van patiënten, kinderen, bezoekers
Slide 13 - Quizvraag
Wat doe je met gevonden voorwerpen?
A
Deze houd onder je om de eigenaar de kans te geven het voorwerp op te halen. Zo niet, dan mag je het voorwerp houden.
B
Deze registreer je en houd je enige tijd onder je om de eigenaar de kans te geven het voorwerp op te halen. Zo niet, dan lever je ze in bij de gemeente.
C
Deze breng je naar de Raad van Bestuur aangezien zij altijd eindverantwoordelijk zijn voor alle processen in de zorginstelling
Slide 14 - Quizvraag
Welke van de onderstaande handelingen voer je niet uit als je bij een patiënt in een ziekenhuis een grote hoeveelheid harddrugs aantreft?