3 De tijd van monniken en ridders - 3.2 Hofstelsel en horigheid

h2 les 1
Monniken en ridders
3
Tijd van monniken en ridders 500-1000
2- Hofstelsel en horigheid
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Monniken en ridders
3
Tijd van monniken en ridders 500-1000
2- Hofstelsel en horigheid

Slide 1 - Tekstslide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van monniken en ridders 500-1000
A. Geef aan welk idee ontstond over het belang van de Slag bij Poitiers.
  • West-Europa is door de Slag behoed voor een Arabische verovering.

B. Geef aan (met beeldelementen) hoe dit schilderij past bij dit idee.
  • Franken zijn afgebeeld als sterke helden die het volk (met name een vrouw met kind) beschermen tegen woeste Arabieren.

C. Geen aan hoe het ontstaan van het schilderij in 1837 wordt verklaard.
  • Toen Frankrijk in 1830 Algerije veroverde, groeide de Franse interesse voor de eerdere Franse overwinning op Arabieren.

Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In deze paragraaf leer je:

  • hoe in West-Europa een landbouwsamenleving in plaats kwam van de landbouwstedelijke samenleving
  • kenmerken van de horigheid
  • kenmerken van het hofstelsel



Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
Weer een landbouwsamenleving
Tijd van monniken en ridders 500-1000
De landbouwstedelijke samenleving was verdwenen in de vroege middeleeuwen: derde periode (500-1000). Het was een landbouw-samenleving in de tijd van monniken en ridders: (vroege middeleeuwen) derde tijdvak (500-1000). Het platteland was autarkisch.

Deze achteruitgang kwam door de instorting van het Romeinse bestuur en de Germaanse invasies. Daardoor:
  • bood de overheid geen veiligheid meer
  • daalde de productie en ging de economie achteruit
  • werd geld schaarser en verdween de handel grotendeels


  • hoe in West-Europa een landbouwsamenleving in plaats kwam van de landbouwstedelijke samenleving

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

h2 les 1
Horigheid
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In de 4e eeuw kregen boeren bescherming bij grootgrondbezitters. In ruil daarvoor gingen ze erfelijke verplichtingen aan. Zo ontstond in de nadagen van het Romeinse rijk een groep horigen: halfvrije boeren. En er ontstond een groep met erfelijke voorrechten, de adel.

Bij de klassen van de horigen gingen ook de voormalige slaven horen. Ook werden leden van overwonnen volken tot slaaf gemaakt.


  • kenmerken van de horigheid

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
Hofstelsel
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Vanaf de 7e eeuw ontstond het hofstelsel. De horige boeren waren aan een domein van hun heer verbonden. Zo’n domein bestond uit twee delen met een herenhuis en een hoeve omringd door grond en gebouwen.


De horigen moesten een deel van hun opbrengst afstaan aan de heer en ze moesten herendiensten verrichten.

De eigenaren van grote domeinen lieten hun zaken beheren door rentmeesters.


  • kenmerken van het hofstelsel

Slide 7 - Tekstslide

h2 les 1
Hofstelsel
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Domein

Een domein was een landbouwgemeenschap bestaande uit twee delen

1. Vroonland = grond van de baas
'Vroon' middeleeuws woord voor heer. Naast het huis van de heer bevinden zich hier ook belangrijke bijgebouwen zoals schuren en een molen.

2. Hoeveland = grond en huizen horigen
Eenvoudige huizen voor de horige. Zij betaalden daar pacht voor in natura. Ook waren zij verplicht herendiensten uit te voeren. (bijvoorbeeld bewerken vroonland/saalland)

  • kenmerken van het hofstelsel
Ook wel domeinstelsel genoemd

Slide 8 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
Hofstelsel
Tijd van monniken en ridders 500-1000
  • kenmerken van het hofstelsel

Slide 10 - Tekstslide

h2 les 1
Ter discussie: donkere middeleeuwen?
Tijd van monniken en ridders 500-1000

Slide 11 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In deze paragraaf leer je:

  • hoe in West-Europa een landbouwsamenleving in plaats kwam van de landbouwstedelijke samenleving
  • kenmerken van de horigheid
  • kenmerken van het hofstelsel



Slide 12 - Tekstslide