T2 B3 weefsels

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

weefsels

Eventueel so bespreken

vorige les

Wat hebben we de vorige keer geleerd?

leerdoelen 2.3

1. Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

2. Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

leerdoel 1

1. Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.

Lees voor jezelf het kopje: cellen op blz 103/104.

Wat zijn cellen?

leerdoel 2

1. Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Lees voor jezelf het kopje: -weefsels van mensen op blz. 104.

                                                        -tussencelstof op blz. 104.

Wat is een weefsel?

Cel, weefsel, orgaan of organisme?

Cel, weefsel, orgaan of organisme?

Cel, weefsel, orgaan of organisme?

Cel, weefsel, orgaan of organisme?

Cel, weefsel, orgaan of organisme?

Cel, weefsel, orgaan of organisme?

leerdoel 2

1. Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Lees voor jezelf het kopje: -weefsels van planten op blz. 105.

                                                        -jaarringen op blz. 106.

Wat is het cambium?

Waar is het cambium?

Wat is een jaarring?

Wat is het oudste stukje hout?

Begrippenlijst

cellen:

weefsels:

tussencelstof:

opperhuid:

huidmondjes:

cambium:

jaarringen:

Begrippenlijst

cellen: bouwstenen van een organisme.

weefsels: een groep cellen met dezelfde vorm en functie.

tussencelstof: een stof dat tussen de cellen in zit ( vloeibaar of harde).

opperhuid: de buitenste laag cellen van een planten blad.

huidmondjes: 2 cellen die co2 kunnen opnemen en zuurstof kunnen afgeven.

cambium: weefsel van een boom net onder de schors.

jaarringen: het hout dat een boom in 1 jaar vormt.

Huiswerk

leer T2 B3

Maak opdr 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9.