23 fictie Helden en schurken

23 fictie Helden en schurken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

23 fictie Helden en schurken

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Welkom 

Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze week
Maandag:Instructie helden en schurken 
Dinsdag: Voorbereiden presentatie
Vrijdag: Voorbereiden presentaties
(Maandag): Presentaties

Weektaak 18 december
Leren: hoofdstuk 23 
Maken:  1,2,5 t/m 10 en een presentatie

Slide 3 - Tekstslide

Helden en schurken 
Hst 23
Je leert wat de kenmerken zijn van helden en schurken en wat de rol is van helden in de maatschappij

Je leert wat een antiheld is. 

Slide 4 - Tekstslide

Woordweb
  • Wat is een woordweb?
  • Waarom een woordweb?
  • Hoe maken we een woordweb?

Slide 5 - Tekstslide

 Woordweb 
Pak een vel papier
Je werkt alleen
In het midden schrijf je "held"
Maak een woordweb


timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

 Woordweb 
Draai  je blad om
Nu denk je na over een schurk
Maak hiervan ook een woordweb

Schurk 

timer
4:00

Slide 7 - Tekstslide

Delen
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Nu jij
Maak opdracht 1,2, 5 t/m 10

Slide 9 - Tekstslide

Welkom!
Welkom 

Etui, planner, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze week
Maandag:Instructie helden en schurken 
Dinsdag: Voorbereiden presentatie
Vrijdag: Voorbereiden presentaties
(Maandag): Presentaties

Weektaak 18 december
Leren: hoofdstuk 23 
Maken:  1,2,5 t/m 10 en een presentatie

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht (wat)
Presentatie
Geef in je presentatie antwoord op de volgende vragen:
  1. Is jouw held een echte held of een idool? Leg uit waarom.
  2. Welke eigenschappen (minimaal 3) van deze persoon zorgen ervoor dat hij/zij een held voor je is?
  3. Heeft jouw held ook te maken met een antiheld en/of een schurk? Leg uit.
  4. Welke overeenkomsten hebben je held en jij?
Opdracht (hoe)

  • Maak een ppp of filmpje waarin je laat zien wie jouw held is.
  • Dinsdag en vrijdag onder de les voorbereiden ( als het niet af is werk je thuis verder)
  • Je presenteert in een groepje van 4

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken van helden in verhalen (hst 23)
Zijn een voorbeeld voor anderen;
Uitvergrote versies van onszelf;
Hebben kracht, moed, doorzettingsvermogen;
Krijgshaftig (dapper, strijdlustig),  slim;
Hebben (vaak) een supertalent of superkracht. 

Slide 13 - Tekstslide