In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Het Britse Rijk (1585-1900)
Oefentoets
Slide 1 - Tekstslide
1. Waarom is 1585 als startjaar gekozen voor de historische context: Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island
Slide 2 - Quizvraag
2. Koppel de begrippen uit paragraaf 1 van HC Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme
Slide 3 - Sleepvraag
3. Koppel de jaartallen aan de gebeurtenissen.
Afschaffing slavernij VS
Eerste Britse kolonie
Aankomst Pilgrim Fathers
Boston Teaparty
Onafhankelijkheid VS
Afschaffing slavernij GB
Afschaffing van de handel in slaven in het Britse Rijk
VS krijgt een president en een congres
1585
1620
1773
1776
1789
1807
1833
1865
Slide 4 - Sleepvraag
4. Lees de bron. Welke rechtvaardiging geeft Thomas Paine voor de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog?
A
Het Congres wil niet langer de hoge belastingen van het Engelse bestuur betalen.
B
Het Amerikaanse Congres voert de wil van het volk uit.
C
Iedere poging tot verzoening loopt op niets uit.
D
De Amerikaanse kolonisten worden niet vertegenwoordigd door het Engelse bestuur.
Slide 5 - Quizvraag
5. Je ziet hieronder 2 gegevens over het Britse Rijk. De ene is het gevolg van de ander. Sleep beide teksten naar de juiste plaats.
Oorzaak
Gevolg
India wordt het belangrijkste overzeese deel van het Britse Rijk
De Verenigde Staten van Amerika ontstaan
Slide 6 - Sleepvraag
6. Wat was geen reden voor de East India Company om zich in India met politiek te gaan bemoeien?
A
Andere Europese landen kregen meer economische invloed
B
Er was onrust in het Mogolrijk
C
De Britse koning wilde graag meer macht in India.
D
De EIC was bang minder handel te kunnen drijven.
Slide 7 - Quizvraag
7. Het verdrag van Allahabad wordt gezien als het begin van het Britse Rijk in India. Waarom?
Slide 8 - Open vraag
8. Welk KA uit tijdvak 6 hoort bij HC 'Britse Rijk'?
A
het streven van vorsten naar absolute macht;
B
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
C
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek;
D
de wetenschappelijke revolutie
Slide 9 - Quizvraag
9. De slavenhandel werd in het Britse rijk verboden in...
A
1807
B
1815
C
1822
D
1833
Slide 10 - Quizvraag
10. Welk KA uit tijdvak 7 hoort NIET bij de HC 'Britse Rijk'?
A
rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen (HC Br Rijk);
28.
B
uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
C
. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
D
voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);