Je duwt een houten krat met een constante snelheid over de vloer (situatie 1). De maximale waarde van de schuifwrijvingskracht van de vloer op de krat wordt gegeven door Fw,max = f·Fn. Hierin is f de wrijvingscoëfficiënt en Fn de normaalkracht van de vloer op de krat. Nu zet je de krat op zijn kant, zodat het contactoppervlak met de vloer tweemaal zo klein is (situatie 2). Om de krat met dezelfde snelheid over dezelfde vloer teduwen, is de kracht die je moet uitoefenen in situatie 2
D
Dat kun je onmogelijk weten