13 id oorlog, afl 12, bevrijding
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
In welke provincie komen de bevrijders Nederland binnen?
A
Noord Brabant
B
Limburg
C
Zeeland
Slide 4 - Quizvraag
Uit welke landen komen de legers die Nederland bevrijden?
A
Amerika
B
Denemarken
C
Engeland
D
Canada
Slide 5 - Quizvraag
Bij welke Nederlandse stad stagneert/mislukt de opmars van de bevrijders?
Slide 6 - Open vraag
De jonge soldaat praat over een wonderwapen.
Wat bedoelt hij daarmee?
Wat bedoelt hij daarmee?
A
De vliegende bom (V1)
B
De atoombom
C
De inzet van hele bevolkinsgroepen
Slide 7 - Quizvraag
Op welke stad wordt de V1 afgevuurd?
A
Den Haag
B
Parijs
C
Washington
D
Londen
Slide 8 - Quizvraag
Het lukt de Engelsen steeds beter de V1 onschadelijk te maken. Wat was de reactie van de Duitsers hierop?
Slide 9 - Open vraag
Eind April 1945 hebben de ....... bijna heel ........ veroverd.
(welke twee woorden ontbreken?)
(welke twee woorden ontbreken?)
A
Japanners
B
Russen
C
Bremen
D
Berlijn
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurde er met Hitler toen hij zich realiseerde dat hij de oorlog verloren had.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Waarom vinden de onderhandelingen voor de bevrijding van Nederland in Wageningen plaats?
A
Wageningen had een mooi hotel
B
Wageningen lag precies tussen de legers van Canada en de Duitsers
C
Wageningen lag centraal in Europa
Slide 14 - Quizvraag
Welke belangrijke Nederlander zit ook aan de tafel bij de onderhandelingen en waarom zit hij daarbij?
A
Prins Claus, omdat hij de vader is van onze huidige koning
B
Prins Willem Alexander, omdat hij later onze koning wordt
C
Prins Bernhard omdat hij goed Duits en Engels spreekt
D
Prins Bernhard, omdat hij tijdens de oorlog de baas is van het Nederlandse leger
Slide 15 - Quizvraag
Welke Radio zender maakt het grote nieuws , dat Nederland weer een vrij land is, bekend?
A
Radio 538
B
QMusic
C
Radio Oranje
D
3FM
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent gecapituleerd?
Slide 17 - Open vraag
8. Wat gebeurde er met de landverraders?
A
Ze werden gearresteerd door de buitenlandse soldaten
B
Ze werden geslagen, belachelijk gemaakt, kaal geschoren, hakenkruis op het hoofd geverfd.
C
Ze werden te werk gesteld op boerderijen
Slide 18 - Quizvraag
Wat namen de bevrijders zoal mee?
A
Chocola, tandpasta, sigaretten
B
Pen, papier, gum
C
brood, crackers, toastjes
D
Coca Cola, kauwgom, vlees in blik
Slide 19 - Quizvraag
Wat is voor de volwassenen het symbool van de vrijheid?
Slide 20 - Open vraag
Heel Nederland vierde feest. Zo ook op de Dam in Amsterdam op 7 mei 1945. Wat gebeurde daar tijdens het feesten?
Slide 21 - Open vraag
Wat gebeurt er met het Duitse leger?
A
Ze moesten de spullen inleveren en lopend naar huis
B
Ze moesten de spullen inleveren en werden naar huis gebracht
C
Ze moesten de spullen inleveren en gingen op de fiets naar huis
Slide 22 - Quizvraag
Wat is er ieder jaar op 4 mei?
