Les 8

Geld en economie
Pak je boek en je schrift, doe ze open.
2e klas
Telefoons in de telefoontas, kauwgom in de prullebak
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Geld en economie
Pak je boek en je schrift, doe ze open.
2e klas
Telefoons in de telefoontas, kauwgom in de prullebak

Slide 1 - Tekstslide





  • uitleg laatste onderdeel van dit boekje
  • je gaat aan de opdrachten
  • we kijken gezamelijk na
  • we kijken naar de gemaakte SO-procenten
Deze les

Slide 2 - Tekstslide

Geld en economie
Les 7: Sparen en lenen
2e klas
Sparen
  • het niet uitgeven van geld
  • sparen voor een doel of uit voorzorg
  • je krijgt rente over het spaargeld
Lenen
  • geld van een ander gebruiken
  • je moet het terugbetalen (aflossen) 
  • je betaald (extra) rente over het geleende geld

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Geld en economie
Rentebedrag hangt af:
  • het bedrag wat je leent
  • de looptijd 
  • het rentepercentage
2e klas
tijd dat je leent

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Geld en economie
2e klas

Slide 8 - Tekstslide

Geld en economie
Mischa heeft geen idee waar hij voor spaart: 
hij spaart uit voorzorg.
2e klas
Opdracht 1

Slide 9 - Tekstslide

Geld en economie
a) Lenen is het geld van een ander gebruiken
b) Je moet het geld dat je leent terugbetalen. 
     Je noemt dat aflossen
c) Als je leent, kun je nu meer kopen, maar straks minder
2e klas
Opdracht 2

Slide 10 - Tekstslide

Geld en economie
Als je geld leent bij een bank moet je meer terugbetalen dan alleen het geleende bedrag; ze betalen ook rente. Dit is een vergoeding voor de bank.

Mark betaald meer rente omdat het bedrag wat hij geleend heeft ook hoger is.
2e klas
Opdracht 3

Slide 11 - Tekstslide

Geld en economie
a) de spaarrekening van de RABO heet Renteplus
b) De Aegon heeft een minimale inleg van € 5000,-
c) Bij de ABN mag je elke maand zoveel opnemen als je wilt
d) De ABN zal het laagste rentepercentage geven 
     
e) De AEGON zal het hoogste rentepercentage geven
2e klas
Opdracht 4
(er is geen minimale inleg en alles is vrij opneembaar per maand)
(hoogste minimale inleg en laagste bedrag vrij opneembaar per maand)

Slide 12 - Tekstslide

Geld en economie
2e klas
Opdracht 5
korte looptijd lening
lange looptijd lening
voordelen
minder rente
sneller terugbetaald
laag maandbedrag
langer tijd om terug te betalen
nadelen
hoog maandbedrag
korte tijd om terug te betalen
meer rente
langzaam terugbetaald

Slide 13 - Tekstslide

Geld en economie






Aan rente betalen ze: 50+37,50+25+12,50 = € 125,-
2e klas
Opdracht 6
Lening
Rente
Aflossing
Totale lasten
1e jr
€  1.000,-
€ 50,-
€ 250,-
€ 300,-
2e jr
€ 750,-
€ 37,50
€ 250,-
€ 287,50
3e jr
€ 500,-
€ 25,-
€ 250,-
€ 275,-
4e jr
€ 250,-
€ 12,50
€ 250,-
€ 262,50

Slide 14 - Tekstslide

Geld en economie
 Voor de televisie betaal je € 150,- + 10x€ 55 = € 700,-

Je betaalt bij koop op afbetaling meer omdat de verkoper langer op zijn geld moet wachten. Hij loopt een grotere kans dat er niet betaald wordt, en hij heeft renteverlies.
2e klas
Opdracht 7

Slide 15 - Tekstslide

Geld en economie
a) Anja betaald € 65,- aan rente

b) Hoeveel % is € 65,- van de € 1.000,-?
      verhoudingstabel               formule         

                                                                                      
Het antwoord is 6,5%

2e klas
Opdracht 8
%
100
1
6,5
€ 
1000
10
65
1000650X100

Slide 16 - Tekstslide

Geld en economie
a) Gerda betaald € 320,- aan rente

b) Hoeveel % is € 320,- van de € 4.000,-?
      verhoudingstabel               formule         

                                                                                      
Het antwoord is 8%

2e klas
Opdracht 9
%
100
1
8
€ 
4000
40
320
4000320X100

Slide 17 - Tekstslide

Geld en economie
De Bank loopt bij het verstrekken van de lening aan mevrouw Kraam minder risico omdat: ze een vaste baan heeft met een  hoger maandinkomen. Meneer Staal heeft een bijstandsuitkering.
2e klas
Opdracht 10

Slide 18 - Tekstslide