Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in de zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd).
pv
vd
De docent is uitgegleden.
is
uitgegleden
De leerlingen hebben geschaatst.
hebben
geschaatst
Slide 35 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
Schrijf het voltooid deelwoord altijd zo kort mogelijk. Let op:
Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -en: gebleven, gesprongen.
Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op -t of -d. Maak het woord langer. Je hoort dan welke letter het moet zijn: gesnapt(e), geschild(e).
Vaak begint een voltooid deelwoord met ge- (geschreven, gewaaid), maar ge- kan ook ergens anders staan, bijvoorbeeld: opengemaakt.
Slide 36 - Tekstslide
Lastig??!!
Sommige werkwoorden zijn erg lastig. Zij beginnen met ge-, ver-, be-, ont-, her- of over-. Bij het voltooid deelwoord zet je er dan geen ge- voor. Daardoor klinken de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord hetzelfde, maar je schrijft ze meestal verschillend.
pv tegenwoordige tijd
voltooid deelwoord
Er gebeurt buiten niets.
Er is buiten niets gebeurd.
Hij verhuist naar Italië.
Hij is naar Italië verhuisd.
Hij gelooft zijn ogen niet.
Hij heeft zijn ogen niet geloofd.
Slide 37 - Tekstslide
De docent is vandaag ziek .....
timer
0:15
A
gemelt
B
gemeld
Slide 38 - Quizvraag
Jullie hebben vandaag goed....
timer
0:15
A
gewerkt
B
gewerkd
Slide 39 - Quizvraag
Ik heb mijn slaapkamer....
timer
0:15
A
verandert
B
veranderd
Slide 40 - Quizvraag
Jullie hebben wel vakantie .....
timer
0:15
A
verdient
B
verdiend
Slide 41 - Quizvraag
GELEERD
SPELLING VAN DE PERSOONSVORM IN TT EN VT
en het voltooid deelwoord
- je kent de stam van een werkwoord
- je weet wat zwakke en sterke ww zijn
- je kunt de pv in de tt en vt goed spellen
- je kunt het voltooid deelwoord herkennen en goed spellen