5.5 Vrienden worden vijanden.

Welkom in de geschiedenisles!
Na Tweede Wereldoorlog:
De Koude Oorlog






1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!
Na Tweede Wereldoorlog:
De Koude Oorlog






Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-Herhaling
-Vrienden worden vijanden
-Opdrachten
-Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je...

  • Hoe werden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten vlak na 1945 vijanden van elkaar?

  • Uitleggen wat de oorzaak was van de blokkade van Berlijn.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kamp in Nederlands-Indië waar Nederlanders werden opgesloten tijdens WO2 noem je een:
A
Nederlandskamp
B
Administratiekamp
C
Boerkamp
D
Jappenkamp

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gaf Japan zichzelf over aan het einde van WO2?
A
omdat Japan moe was van de oorlog
B
Omdat er twee atoombommen op hun steden waren gebruikt.
C
omdat al hun soldaten dood waren
D
omdat ze geen munitie meer hadden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kon Indonesië onafhankelijk worden van Nederland?
A
Omdat Nederland dit geen probleem vond
B
Omdat Nederland hierom had gevraagd
C
Omdat de Sovjet-Unie Nederland hiertoe dwong
D
Omdat Amerika Nederland hiertoe dwong

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Conferentie van Jalta
februari 1945






Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conferentie van Jalta (februari 1945)
  • Churchill (GB), Roosevelt (VS) en Stalin (SU)

  • Hoe zien Europa en de wereld er na de oorlog uit?

  • Wie heeft macht en invloed in Europa?

  • Wat doen we met Duitsland én de Duitsers?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conferentie van Jalta (afspraken)
  • Oprichting van de Verenigde Naties (VN)

  • Democratische regeringen in Europa

  • Straffen van oorlogsmisdadigers

  • Bezettingszones: Duitsland en Berlijn worden verdeeld in 4 zones

  • Invloedssferen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Communisme en fascisme
  • Communisme -> Sovjet Unie


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme
Kenmerken Communisme:
  1. Geen Kapitalisme
  2. Klasseloze samenleving = iedereen is gelijk.
  3. Collectivisme: Alles in het land is van iedereen.
  4. Staatseconomie: alle bedrijven zijn van de staat.
  5. Planeconomie: staat bepaald productie & prijzen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stalin
  • Heette eigenlijk Ioseb Dzjoegasjvili
  • Brute kracht van de communistische partij
  • Vermoorde of verjaagde concurrenten binnen de partij.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stalins totalitaire staat
Totalitaire staat: 
een staat die het denken en doen van alle burgers volledig probeerde te beheersen --> geen politieke vrijheid,  geen vrije  meningsuiting, geen persvrijheid

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van zijn Terreur
  • Uit de weg ruimen van tegenstanders.
  • Hongersnood veroorzaken in de Oekraïne
  • Strafkampen "Goelag- archipel"
  • Geheime dienst
  • Persoonsverheerlijking
  • Totalitaire Staat (van wieg tot graf)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Foto's werden gemanipuleerd, zodat het leek als zijn tegenstanders nooit hadden bestaan...
...of dat ze zulke slechte dingen hadden gedaan, dat er nooit meer aan hen gedacht mocht worden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

  • Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Grote Zuivering

  • Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitalisme
Een systeem waarbij het draait om:

Winst
Privébezit
Concurrentie
Vrijheid om te ondernemen
Democratie!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macht
Pro-democratisch, marktwerking is heilig
productiemiddelen
In handen van particulieren (burgers)
Overheid
Bemoeit zich zo weinig mogelijk met de economie (nachtwaker)
Prijzen/loon
Bepaald door vraag en aanbod
Concurrentie
Noodzakelijk voor gunstige prijs en kwaliteit
Waarden
Individualistisch
Orientatie
Vrije handel over de hele wereld
Kapitalisme

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitalisme   -   Communisme

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Blokkade van Berlijn
mei 1948 - juni 1949

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er hand?
  • Ruzie over Berlijn loopt hoog op
  • Stalin wil West-Berlijn toevoegen aan de Sovjet-zone
  • Directe aanleiding: invoering van de D-Mark in westelijke bezettingszones


  • Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn
  • Het Westen gaat West-Berlijn via de lucht bevoorraden: de luchtbrug
  • Een jaar lang landt er iedere 3 minuten een vliegtuig in West-Berlijn

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldanalyse
  • 1. Lees het onderschrift.

  • 2. Beschrijf wat je ziet in de bron.

  • 3. Wat gebeurt er op de bron? 

  • 4. Wat is de boodschap van de maker van de beeldbron? Hoe weet je dat?



Slide 29 - Tekstslide

1. Lees het onderschrift. Door wie is de bron gemaakt? Wanneer is de bron gemaakt? Heeft de bron een bijschrift? Wat weet je over de maker?
2. Beschrijf wat je ziet in de bron. Denk hierbij aan kleding, spullen, auto’s, wapentuig, gebouwen, personen, dieren, ect. (Wat stellen deze onderdelen voor? Herken je bepaalde landen, personen?)
3. Wat gebeurt er op de bron? Kijk hierbij naar acties, bewegingen en emoties. (Wat doen de personen op de bron? Welke gebeurtenis gaat de bron over?)
4. Wat is de boodschap van de maker van de beeldbron? Hoe weet je dat? (zijn personen negatief of positief afgebeeld?)
Wat is de mening van de maker over het communisme?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Paragraaf 5,5 - vrienden worden vijanden
Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 8
LB blz. 88 en 89
WB blz. 128 t/m 130


Schrijf deze opdrachten in je planner!
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Aan het eind van deze les...

  • Hoe werden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten vlak na 1945 vijanden van elkaar?

  • Uitleggen wat de oorzaak was van de blokkade van Berlijn.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!
Fijne

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom en hoe wilden de nazi’s alle joden vermoorden?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend het woord antisemitisme?
A
Een hekel hebben aan Nederlanders
B
Een hekel hebben aan Duitsers
C
Een hekel hebben aan Joden
D
Een hekel hebben aan Fransen

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie stierven er allemaal gedurende de Holocaust in kampen?
A
Duitsers
B
Joden
C
Homoseksuelen
D
Zigeuners

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De verdeling van Duitsland, rechts in het wit is de hoofdstad Berlijn

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies