Past perfect simple
- had + verb-ed (or irregular verb)
- iets dat gebeurde voor iets anders in de past simple
- tijdindicatie: before, after, when, etc.
- na bijwoorden already, just, never
- is afgesloten, is al gebeurd
Past perfect continuous
- had been + verb-ing
- iets dat gebeurde voor iets anders in de past simple, als het gaat om:
- de lengte van een gebeurtenis; all day, for three months, one week before
- iets dat doorgaat of door is gegaan