Dementie les 1 VZ

Branche 'Psychogeriatrie'






Periode 3, lesweek 1 & 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Branche 'Psychogeriatrie'






Periode 3, lesweek 1 & 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen wat psychogeriatrie is
  2. Je kunt uitleggen wat dementie is
  3. Je kunt vertellen wat er gebeurt in de hersenen bij dementie
  4. Je kunt mogelijke oorzaken zijn van dementie
  5. Je kunt uitleggen hoe een diagnose dementie gesteld wordt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychogeriatrie 
= aandoeningen van de hersenen.
  • Psychogeriatrische zorg is gericht op het verzorgen van de ouderen met psychiatrische en cognitieve problemen;
  • Zoals; dementie, depressie, psychoses 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie 
  • Dementie betekent letterlijk ‘ont-geesting’
  • Dementie is een verzamelnaam voor problemen met het geheugen, denken en begrijpen. Dit komt doordat de hersenen informatie niet meer goed verwerken.
  • Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. die meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Daarnaast komen vasculaire dementie, frontotemporale dementie (FTD) en Lewy body dementie

Slide 6 - Tekstslide

Bij dementie gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. Soms gaan de zenuwcellen zelf niet kapot, maar de verbindingen tussen de cellen. Het is ook mogelijk dat de cellen en de verbindingen het allebei niet meer goed doen. Door de schade kunnen de hersenen hun werk steeds minder goed doen.
Sommige mensen met dementie gaan heel snel achteruit. Anderen kunnen na de diagnose dementie jarenlang een redelijk gewoon leven leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie erg verzwakt. De persoon sterft dan door een ziekte of infectie (bijvoorbeeld longontsteking) of doordat hij niet meer kan slikken.
Kenmerken dementie: 
  • Vergeetachtigheid
  • Dingen lukken minder goed (apraxie)
  • Verdwalen in tijd en plaats
  • Taalproblemen
  • Spullen kwijtraken
  • Verminderd beoordelingsvermogen
  • Terugtrekken uit sociale activiteiten
  • Veranderingen in gedrag en karakter
  • Onrust
  • Visuele problemen
  • https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/herkennen-symptomen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren 
- Er vallen dingen op door omgeving

 

Voorbeelden;
- gas aanlaten
- veranderd gedrag
- Vaak bellen of dingen kwijt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadia dementie 

Slide 9 - Tekstslide

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
  • Bezoek huisarts;
  • (Hetero)Anamnese wordt afgenomen;
  • De huisarts kan een diagnose stellen, niet zeker? Doorverwijzing naar een specialist.
  1. Neuropsychologisch onderzoek= Een gesprek en testjes naar de reactiesnelheid, werktempo, het geheugen, leren, taal, planning en ruimtelijk inzicht.
  2. Beeldvormend onderzoek= Van de hersenen kunnen scans gemaakt worden. Die laten zien waar beschadigingen zitten.
  3. Laboratoriumonderzoek= Bij vervolgonderzoek wordt bijna altijd bloed geprikt om andere ziektes of kwalen uit te sluiten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
Onderzoek door de geriater;
  1. Neuropsychologisch onderzoek= test van geheugen, taal en aandacht.
VB: MMSE, MoCA
2. Beeldvorming: MRI/CT

Doel v/d diagnostiek:
  • Vaststellen van dementie en type dementie
  • Uitsluiten van andere oorzaken (bijv. beroerte, tumor)
  • Inzicht krijgen in de ernst

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken dementie 
Dementie ontstaat door hersenziekten die de hersencellen beschadigen.
  • Ouderdom is de grootste risicofactor van dementie.
  • Lage mentale activiteit
  • Roken
  • Weinig bewegen
  • Depressie
  • Sterk overgewicht (Obesitas)
  • Hoge bloeddruk (Hypertensie)
  • Suikerziekte (DM, Diabetes Mellitus)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van dementie
Fronto-
temporaal dementie
      3-12%

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop ziekte van Alzheimer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lewy Body
  • Lewy Body is een ziekte van de hersenen. 
  • In de hersencellen ontstaan verspreid bolletjes van eiwit. Artsen noemen deze bolletjes Lewy Bodies.
  • In het begin vallen vooral aandachtstoornissen op. Het geheugen en handelingen blijven meestal lange tijd goed. 
  • Lewy Body dementie is niet te genezen. 
  • Na het begin van de ziekte leven patiënten meestal nog zo'n zes tot twaalf jaar. 
  • Wordt vaak in de war gebracht met ziekte van Parkinson.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie soorten FTD
> Veranderd gedrag (Ziekte van Pick):
Ze vertonen veranderingen in hun gedrag; persoonlijkheid, emoties. 
> Taal en spraak:
Mensen met deze dementie krijgen problemen met taal; spreken, begrijpen, lezen en schrijven.
> Beweging en motoriek:
Mensen met deze dementie krijgen problemen met bewegen. Coordinatie en evenwicht zijn lastig.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de lesdoelen behaald? 
  1. Je kunt uitleggen wat psychogeriatrie is
  2. Je kunt uitleggen wat dementie is
  3. Je kunt vertellen wat er gebeurt in de hersenen bij dementie
  4. Je kunt mogelijke oorzaken zijn van dementie
  5. Je kunt uitleggen hoe een diagnose dementie gesteld wordt

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
  • Bedenk per tweetal 1 vraag over de volgende aandoeningen:
- Ziekte van Alzheimer
- Fronto Temporale dementie
- Lewy Body
- Vasculaire dementie
  • Verzamel de vragen en lever ze in of bewaren. Aan het einde van deze periode wordt er een quiz gemaakt!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les...

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies