Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2HV_Chpt 1_Grammaire D: Le passé composé des verbes -ER (avoir / être)
Le Passé Composé
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Le Passé Composé
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het einde van deze les, kun je de p.c herkennen & gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Le passé composé = v.t.t.
(voltooid deelwoord)
De passé composé is de verleden tijd met
2
werkwoorden.
Bijvoorbeeld: Ik
heb gegeten
.
J'
ai mangé
Wat is de passé composé?
Slide 3 - Tekstslide
Passé composé
J'
ai
dansé.
Ik
heb
gedanst
Hoe vorm je de passé composé?
De passé composé komt altijd met z'n twee!
1. hulp werkwoord = vorm w.w. avoir of être
2. voltooid deelwoord
Slide 4 - Tekstslide
Exemple : Présent / Passé composé
Le présent
Le passé composé
je parle
j'ai parlé
tu parles
tu as parlé
il/elle/on parle
il/elle/on a parlé
nous parlons
nous avons parlé
vous parlez
vous avez parlé
ils/elles parlent
ils/elles ont parlé
Slide 5 - Tekstslide
présent
passé composé
Je regarde Netflix
Luc et Sophie parlent français
On a fêté l'anniversaire
Vous avez invité Luc?
Slide 6 - Sleepvraag
Dus:
Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
+
Persoonlijk voornaamwoord
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord
Slide 7 - Sleepvraag
Zet de stappen in de correcte volgorde om de passé composé te maken van de regelmatige werkwoorden -ER
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Een vervoeging van avoir of être maken
Maak de stam van het werkwoord op -er
Plak 'é' achter de stam
Zoek het onderwerp
Slide 8 - Sleepvraag
Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai
Slide 9 - Sleepvraag
Le passé composé:
avoir & être
Slide 10 - Tekstslide
tu - parler
passé composé
A
tu as parlé
B
tu avoir parlé
C
tu parles
D
tu parle
Slide 11 - Quizvraag
Hij heeft gezongen (in de passé composé)
A
Il a chanté
B
Elle a chanté
C
Il avons chanté
D
Il a chante
Slide 12 - Quizvraag
Zet in de passé composé
Je (faire)
A
J'ai fait
B
J'ai fairé
C
J'avez fu
D
Je avoir fé
Slide 13 - Quizvraag
Passé composé: wij zijn geweest
nous + être
A
nous sommes été
B
nous avons été
C
nous été
D
nous sommes
Slide 14 - Quizvraag
Vous (manger, passé composé)
A
vous mangez
B
vous avez mangé
C
vous êtes mangé
D
vous mangons
Slide 15 - Quizvraag
Passé composé: Jeanne (gagner)
A
gagné
B
a gagné
C
a gagner
D
gagne
Slide 16 - Quizvraag
ils - travailler
passé composé
A
ils a travaillé
B
ils avons travaillé
C
ils ont travaillé
D
ils ai travaillé
Slide 17 - Quizvraag
passé composé: Ils (jouer)
A
jouent
B
joué
C
ont jouer
D
ont joué
Slide 18 - Quizvraag
Tu (écouter) in de passé composé:
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté
Slide 19 - Quizvraag
Ils (regarder) in de passé composé:
A
a regardé
B
ont regardé
C
e regardé
D
ent regardé
Slide 20 - Quizvraag
Attention!!! (Let op!!)
De volgende voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren:
Het hulpwerkwoord blijft wel
avoir
.
Bijv:
Ik heb
een cadeau
gehad
=
J'ai eu
un cadeau
avoir = eu
être = été
faire = fait
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Passé compose met hulpwerkwoord
être
Je kunt de verschillende uitgangen (bij het voltooid deelwoord met hulpwerkwoord être) ook zo noteren:
Enkelvoud
Meervoud
Mannelijk
-
+s
Vrouwelijk
+e
+es
Slide 24 - Tekstslide
Babette ... à la gare.
(arriver = aankomen)
A
est arrivée
B
est arrivé
C
est arrivées
D
est arrivés
Slide 25 - Quizvraag
Kim et Sophie ... au supermarché.
(aller = gaan)
A
ont allé
B
ont allés
C
sont allés
D
sont allées
Slide 26 - Quizvraag
Nicolas (rester) à la maison.
(rester = blijven)
seulement les verbes...
Slide 27 - Open vraag
Hulpwerkwoord AVOIR
Hulpwerkwoord ÊTRE
mangé
tombé
donné
arrivé
eu
fait
pris
allé
resté
parlé
Slide 28 - Sleepvraag
Je comprends le passé composé!
A
oui
B
non
C
Je ne sais pas
Slide 29 - Quizvraag
Reflectie
Kun jij nu de p.c herkennen & gebruiken?
0 > totaal niet & 10 > jazeker!
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2HV_Chpt 1_Grammaire D: Le passé composé des verbes -ER (avoir / être)
September 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Le passé composé avoir + être
Oktober 2023
- Les met
34 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1h - le passé composé
Maart 2024
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
ch.1 - bron D - passé composé
September 2023
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
HA1D - le passé composé
Oktober 2023
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
T3 - Startopdracht le passé composé
Juli 2023
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
ch.1 - bron D - passé composé
September 2023
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
2HV chapitre 1 - bron D - passé composé
September 2024
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2