Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
week 45 el tiempo + el futuro
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
Woordenlijst invullen
Futuro
Foto
Zelf opdrachten nakijken (zie dia deze LessonUp)
Jueves, 12 de noviembre
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quiz
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
Woordenlijst invullen
Futuro
Foto
Zelf opdrachten nakijken (zie dia deze LessonUp)
Jueves, 12 de noviembre
Slide 1 - Tekstslide
Plannen in de nabije toekomst
IR + A + INFINITIEF
Hoe wordt het werkwoord
ir
vervoegd?
voy, vas, va, vamos, vais, van
Leerdoel: plannen in nabije toekomst
Módulo pág. 31
Slide 2 - Tekstslide
Om plannen in de nabije toekomst uit te drukken.
Hiervoor gebruik je het werkwoord
IR + A + INFINITIEF
yo
tú
él, ella, ud. + A + INFINITIEF
nosotros
vosotros
ellos, ellas, uds.
voy
vas
va
vamos
vais
van
Leerdoel: plannen in nabije toekomst
Slide 3 - Tekstslide
ejemplos
Esta noche
voy a ir
al cine con mis amigos.
El próximo año Carmen
va a estudiar
medicina.
El próximo verano
vamos a viajar
por México.
Esta tarde Paco y yo
vamos a jugar
al tenis.
Je kunt deze constructie ook gebruiken om aan te geven dat iets zeker gaat plaatsvinden.
Hay nubes en el cielo,
va a llover
.
Leerdoel: plannen in nabije toekomst
Slide 4 - Tekstslide
Plaats persoonlijk vnw.
Wanneer er een persoonlijk vnw. in de zin staat kan je het op 2 plaatsen neerzetten:
Voor
de vorm van ir.
vb:
Me
voy a duchar.
vb:
Lo
voy a comprar
Achter
de infinitief vast.
vb: Voy a duchar
me
.
vb: Voy a comprar
lo.
Leerdoel: plannen in nabije toekomst
Tijdsaanduidingen futuro
Vul je woordenlijst 3.3 in
Slide 5 - Tekstslide
A practicar
¿Qué son tus planes para el fin de semana?
¿Qué vais a hacer?
Haz del LA pág. 34 ej. 1
Slide 6 - Tekstslide
Vamos a corregir
Leren: voc. 3.2
Maken: LE ej. 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5
Slide 7 - Tekstslide
uitwerking
2.1
a. hace calor
b. llueve
c. hace frío
d. hace viento
e. nieva
f. hay niebla
g. hay tormenta
h. está nublado
2.2
a. 7
b. 1, 4, 5, 6
c. 2, 3
2.3
llueve, haye, hace, hace, está, nieva
2.4
a. ¡Qué calor tengo!
b. ¿Qué tiempo hace?
c. ¿Tienes calor?
d. ¡Qué frío tengo!
e. ¡Qué calor hace!
f. ¡Qué frío hace! ¿Tienes frío?
2.5
a. estamos
b. muchísimo
c. nada de
d. malo
Slide 8 - Tekstslide
Hablar del tiempo
LA: pág 36 y 37
Primero vamos a escuchar ej. 1
Después leemos los textos.
Luego rellena la lista de vocabulario 3.8
Módulo pág. 37 y 38
Slide 9 - Tekstslide
Deberes
SO Tarea 2, 3.1 en 3.2
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
week 45 el tiempo + el futuro
November 2021
- Les met
12 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
week 44 el tiempo y hablar del futuro W3B Y W3D
November 2022
- Les met
14 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
week 43 Havo 3- el tiempo
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
week 50
15 dagen geleden
- Les met
30 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
week 50
21 dagen geleden
- Les met
30 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
week 45 tener + que + inf. W3C
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
week 44 W3C SO, ir + a + infinitief
April 2024
- Les met
14 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
week 44 W3B SO, ir + a + inf.
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3