Zoals jullie met elkaar hebben opgehaald blijkt dat iedereen, in welke rol dan ook, iets kan doen om pesten aan te pakken. Iedereen kan een verdediger zijn: voor zichzelf of een ander.
* Het heeft grote meerwaarde als je als leerkracht zelf een persoonlijk verhaal kunt delen hierover: ben je ooit gepest, was je ooit meeloper, een pester? En wie maakte in die situatie het positieve verschil? LET OP: doe dit alleen als je je er goed en veilig bij voelt.
Vertel je leerlingen dat voor jezelf denken (Wat doe ik? Wat betekent dat voor anderen?) heel belangrijk is. Wees je bewust dat bij pestgedrag altijd de eerder genoemde rollen vervult worden.
Koppel dit terug naar je leerlingen. Ze kunnen in welke situatie en in welke rol dan ook denken: Waar sta ik? En vervolgens… Wat kan ik doen?
Iedereen van hen kan -nu of in de toekomst- een verschil maken bij pesten.
Tot slot: Iedere leerling kiest nu één van de rollen en bedenkt/noteert hierbij voor zichzelf welke eerste stap om te zetten (actie), om uit die rol te komen. Let op! Het is niet per se nodig dat leerlingen een rol kiezen die ze het meest bij zichzelf vinden passen.
Bespreek het klassikaal na door vragen te stellen: Wie durft zijn actie te delen? Wie heeft er zelf voor ‘pester’ durven kiezen? Wie heeft omstander gekozen? Etc.