?

Welkom A1C
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom A1C

Slide 1 - Tekstslide

Lezen blz. 66/67

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Je leert wat laaggeletterdheid, leesdoelen en leesstrategieën zijn en hoe je leesstrategieën bewust kunt inzetten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Vorige keer: vier leesmanieren
kritisch lezen

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1

1. Ga naar www.jeugdjournaal.nl.
2. Kies zelf een artikel uit dat jij interessant vindt.

Welke leesmanier gebruik je hierbij?
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken opdracht 1
Welke tekst heb jij gekozen? En waarom?

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2
1. Lees de tekst intensief
2. Bedenk zes vragen bij de tekst waarbij je verschillende leesmanieren moet gebruiken.
3. Beantwoord jouw eigen vragen.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldvragen
1. Lees de tekst verkennend. Waar denk je dat de tekst over gaat?
2. Lees de tekst zoekend. Over wie/wat gaat de tekst?
3. Lees de tekst intensief. Welke titel zou jij deze tekst geven?
4. Lees de tekst studerend. Schrijf van iedere alinea de belangrijkste zin op.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 3
Wissel jouw tekst en vragen uit met degene die naast je zit.
1. Maak de vragen.
2. Vergelijk jullie antwoorden.
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Bespreken
- Wat vonden jullie van deze opdrachten?
- Wat heb je deze les geleerd?

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opd. 1,2,3 op blz. 12 en lees in je leesboek.

Slide 12 - Tekstslide

Samen nakijken
Opd. 1 en 3 op blz. 10.

Slide 13 - Tekstslide

Klaar

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk dinsdag 12/9 6e uur
- Maken opd. 2,3,4 op blz. 110.

Slide 15 - Tekstslide

Terugkijken
- Hoe vind je zinsdelen?
- Wat is de beste manier om de persoonsvorm te vinden?
- Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp van de volgende zin?:

- Misschien heeft mijn neefje wel een voetbal gewonnen voor mij?

Misschien
heeft
mijn neefje
wel
een voetbal
gewonnen
voor mij
heeft gewonnen
pv
ow

Slide 17 - Sleepvraag

Maak zinsdelen bij de volgende zin:

- Tijdens mijn vorige vakantie heb een ik voor mijn vriendin een nieuwe armband gekocht in een leuk winkeltje.

Slide 18 - Open vraag