Kerstquiz

Kerstquiz 2018
Kerstquiz 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kerstquiz 2018
Kerstquiz 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bij welke geloof hoort kerst?
A
Het jodendom
B
De islam
C
Het boeddhisme
D
Het christendom

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.... (eten) jullie vorig jaar tijdens kerst ook zalm met broccoli?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer werd de eerste kerstkaart verstuurd?
A
1844
B
1843
C
1866
D
1834

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar ?
Spanje
Italië
Duitsland
Finland
Feliz Navidad
Buon Natale
Frohe Weihnachten
Hyvää joulua

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt de traditie van de kerstcadeautjes vandaan?
A
Verenigde Staten
B
Zweden
C
Engeland
D
Frankrijk

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kerst is het feest van:
A
Liefde
B
Licht
C
Vrede
D
Gezelligheid

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de Spaanse tekst in het volgende kerstliedje?
Geniet van de kerstmaaltijden
Het was een mooi jaar
Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar
Vrede op aarde

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag valt oudejaarsdag dit jaar?
A
Vrijdag
B
Zaterdag
C
Zondag
D
Maandag

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit groene wezen dat kerst haat?
A
Glitch
B
Gritch
C
Glinch
D
Grinch

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'sober' in:

Mijn vriend heeft elk jaar met kerst een sober versierde kerstboom.
A
Schitterend
B
Fantastisch
C
Met veel
D
Met weinig

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er gevierd met kerst?
A
Dat de kerstboom weer binnen mag staan
B
Het overlijden van Jezus Christus
C
De geboorte van Jezus Christus
D
De komst van de drie wijzen uit het Oosten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee kleuren staan voor kerst?
A
Groen en rood
B
Blauw en rood
C
Groen en geel
D
Paars en groen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling. Vul de zin aan. Zet na de eerste 2 woorden een komma, anders is je antwoord sowieso fout.
Nu de kerst ... (naderen), zijn de dagen van deze ... (vetmesten) kalkoenen ... (tellen).

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een witte kerst is een begrip in Nederland.
Maar euh... hoe vaak hebben we eigenlijk een witte kerst gehad in Nederland sinds 1900?
A
31 keer
B
8 keer
C
65 keer
D
47 keer

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
Die komen uit vruchten, die aan de cacaoboom groeien.
In de fabriek wordt van de bomen cacaoboter en cacaomassa gemaakt
Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen
Daaraan wordt suiker en soms melk toegevoegd.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land worden met kerst bananenbomen versierd i.p.v. kerstbomen?
A
Suriname
B
India
C
Colombia
D
Venezuela

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zijn eerste en tweede kerstdag?
A
26, 27 december
B
25, 26 december
C
27, 28 december
D
24, 25 december

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30

Slide 19 - Sleepvraag

Sleep het juiste geluidsfragment naar de kerstballen!
Wat is het oorspronkelijke doel van de kerstballen in een kerstboom?
A
Om boze geesten te verjagen
B
Om te laten zien dat je rijk bent
C
Om fruit na te bootsen
D
Om de Kerstman gunstig te stemmen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je ‘fijne kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de persoonsvorm. 'Ook hebben wij in de kerstvakantie kerst gevierd.'

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land is in Europa de belangrijkste kerstbomenproducent?
A
Denemarken
B
Zweden
C
Noorwegen
D
Finland

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet
deze kerst-
film?
A
The Polar Express
B
Klaus
C
The Grinch
D
Home Alone

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de jongen in het vorige filmpje?
A
Alex
B
Kevin
C
James
D
Eric

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke datum
is het kerstavond?
A
23 december
B
24 december
C
25 december
D
26 december

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Australië vieren ze kerst in de...
A
Zomer
B
Winter
C
Lente
D
Herfst

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?

Ik heb met kerst veel mooie cadeaus gekregen.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6: Lijm de duo's. Wie vieren samen kerst?

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ieder jaar het populairste kerstliedje?
A
Mariah Carey: All I want for Christmas is you
B
Chris Rea:Driving home for Christmas
C
Wham!: Last Christmas
D
Bobby Helms: Jingle Bell Rock

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Ik ... (houden) vroeger erg van Sinterklaas, maar nu meer van kerst.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord past er op de puntjes?
timer
1:00

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de persoonsvorm(en):
Onze krantenbezorger krijgt een flinke kerstbonus, want hij verslaapt zich nooit.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke dag wordt in sommige landen aangeduid met 'boxing day'?
A
De dag vóór Kerstmis
B
Eerste kerstdag
C
Tweede kerstdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het plaatje van de reclame naar het juiste merk.

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kerstartikel werd vroeger gebruikt om heksen te verjagen?
A
Piek
B
Kerstster
C
Kerstkrans
D
Kerstbal

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Joris thuis hebben ze vier kerstslingers: met 12, 40, 60 en 120 lampjes. Bij alle vier de slingers is de helft van de lampjes stuk. Hoeveel lampjes branden er? Vul het antwoord als een getal (bv. 23) in.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen af.
Jingle bell, jingle bell, jingle bell 
Last Christmas I gave you my
I'm driving home for
Santa Claus is
Rudolph the
Red-Nosed Reindeer
coming to town
Christmas
Rock
Heart

Slide 39 - Sleepvraag

Maak de zin af...
Voor welk feest werd het liedje Jingle Bells oorspronkelijk geschreven?
A
Voor Kerstmis
B
Voor Thanksgiving
C
Voor oud en nieuw
D
Voor Halloween

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord kun je op de puntjes invoeren?
timer
1:00

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Laatste vraag!
Waar staat de hoogste kerstboom ter wereld?

A
New York
B
Amsterdam
C
Londen
D
IJsselstein

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

....en de winnaar is....

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies