Villangues: café

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Hoe gaat dat in het café?

In het café gaan jullie aan een tafeltje zitten. De medewerker van Taalstad gaat jullie vragen stellen over jezelf en over je leven, bijv: hoe je heet, hoe oud je bent, enz. Je krijgt niet altijd letterlijk deze vragen, huisdieren staan er bijvoorbeeld niet bij, maar die kunnen ook voorbij komen. De woorden en zinnen uit de Carnet de Voyage en die uit het andere boek, zul je zeker ook kunnen gebruiken.

On va pratiquer

De punten uit deze LessonUp komen uit het boekje van Villangues (p.5)

Werk in tweetallen en wissel ook van rol.

Dis ton prénom et ton nom

Dis où tu habites (ville/pays)

Dis à quelle école tu vas.

Dis en quelle classe tu es.

Décris tes copains (prénoms, âge, caractère)

Dis ce que tu fais après l'école.

Demande ce que l'autre fait dans son temps libre (vraag wat de ander in zin vrije tijd doet).

Dis ce que tu trouves de cette activité (zeg wat je van die activiteit vindt).

Dis comment se compose ta famille (zeg hoe je familie in elkaar zit)

Dis quelque chose sur leur métier (vertel iets over hun beroep).

Demande à l'autre ce qu'il fait comme métier (vraag wat de ander voor beroep doet).

Dis quelles matières tu as à l'école.

Dis ce que tu trouves de ces matières (zeg wat je van die vakken vindt).

Dis quelque chose sur ta maison (zeg iets over je huis)

Qui habitent dans ta maison? (wie wonen er?)

Comment est ta chambre?

Comment est votre jardin?

Dernière question

Demande comment habite l'autre? (vraag hoe de ander woont?)