H1.3 en 1.4 Het ademhalingsstelsel & ademhaling

1.3 Ademhalingsstelsel
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

1.3 Ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les
  • Uitleg Ademhalingsstelsel en ademhaling
  • Zelfstandig werken en huiswerk-controle
  • Hebben we de lesdoelen gehaald?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  ____>
verbranding
+
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose
Energie

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor verbranding is water nodig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stof heeft je lichaam naast glucose nodig voor verbranding?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
kaarsvet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vindt verbranding plaats?
A
Altijd
B
Alleen als je sport
C
Alleen als je ademhaalt
D
als je wakker bent

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vindt verbranding alleen in je spieren plaats?

A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Mavo


  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen
  • Je kunt de kenmerken en functies van het ademhalingsstelsel benoemen

Slide 8 - Tekstslide

vraag: Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk?
Leerdoelen Havo


  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen
  • Je kunt de kenmerken en functies van het ademhalingsstelsel benoemen
  • Je kunt buik- en borstademhaling beschrijven

Slide 9 - Tekstslide

vraag: Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk?
Ademhalingsstelsel
  • Neus- & mondholte
  • Keelholte 
  • Strottenhoofd
  • Luchtpijp vertakt zich in 2 bronchiën
  • Bronchiën -> luchtpijptakjes -> longblaasjes
  • Middenrif

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neusholte & mondholte
  • Neusholte is bedekt met neusslijmvlies
  • Bloedvaatjes
  • Trilhaartjes

Waarom zit dit allemaal in je neus? 

Slide 11 - Tekstslide

trilhaartjes: verplaatsen slijm met stofdeeltjes naar keelholte -> inslikken
neusslijmvllies: slijmproducerende cellen maken neusholte vochtig en ingeademde lucht ook vochtig, als dat niet gebeurd beschadigen de longen
bloed verwarmd neusslijmvlies en daardoor ook de binnenstromende lucht!!
Ademen & het reukzintuig
Ademen door je neus is gezonder dan door je mond, waarom?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De keelholte

Slide 13 - Tekstslide

dom bouwplan, ergens in de evolutie is hiervoor gekozen vanwege voordeel maar heeft makkelijk verslikken dus als nadeel
hiermee wordt tijdens het slikken de neusholte afgesloten
A
Huig
B
Strotteklepje
C
Kringspier
D
Tong

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik eet een boterham.
Wat weet je over de kleppen in je keelholte
A
Huig is dicht strotteklepje open
B
Huig is open strotteklepje open
C
Huig is dicht strotteklepje dicht
D
Huig is open strotteklepje dicht

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De luchtpijp 
  • Luchtpijp &                  bronchiën:
kraakbeenringen
  • Luchtpijptakjes:
spiertjes
  • Slijmvlies

Slide 16 - Tekstslide

Waarom kraakbeenringen?
waarom slokdarm geen kraakbeen ringen?
De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De longblaasjes

Slide 18 - Tekstslide

oppervlakte van 70-100m2
blauw/rood bloed
wanden dun voor gaswisseling

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

longblaasjes
longen
brochien
luchtpijptakjes
luchtpijp

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk nummer geeft de plaats aan waar ingeademde lucht het eerst terechtkomt?
A
1
B
2
C
3

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag: mavo
Pak je boek en werkwijzer

  • 1.3: opdracht 1, 2, 3, 5, 7 
  • Begrippenlijst thema 1

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buikademhaling
  • Middenrifspieren
  • Aanspannen -> middenrif omlaag = inademen
  • Ontspannen -> middenrif omhoog = uitademen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buikademhaling

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Borstademhaling

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij gewone ademhaling vinden borstademhaling en buikademhaling tegelijkertijd plaats.

Borstademhaling                  Buikademhaling

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag Havo
Pak je boek en werkwijzer

  • 1.3 -  Opdracht 2, 3, 5, 8
  • 1.4 - Opdracht 2, 6, 8,
  • Samenhang van 1.3 of 1.4
  • Begrippenlijst thema 1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen
  • Je kunt de kenmerken en functies van het ademhalingstelsel benoemen
  • Je kunt buik- en borstademhaling beschrijven

Slide 28 - Tekstslide

vraag: Waarom zijn voedingsstoffen belangrijk?
Wanneer zijn de huig en het strotteklepje gesloten?
A
Bij ademen
B
Bij eten en/of drinken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

lucht naar de bronchiën vervoeren en terug
lucht naar de luchtpijptakjes vervoeren en terug
zuurstof en koolstofdioxide uitwisselen met het bloed
Combineer elk deel van het ademhalingsstelsel met de juiste functie.
bronchiën
longblaasjes
luchtpijp

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen komen vrij bij verbranding?
A
zuurstof en brandstof
B
zuurstof en koolstofdioxide
C
brandstof en water
D
koolstofdioxide en water

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke organen in ons lichaam halen de zuurstof uit de lucht?
A
hart
B
nieren
C
longen
D
darmen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over koolstofdioxide?
A
Het is een afvalstof
B
Het is nodig voor verbranding
C
Het komt vrij bij verbranding
D
Je ademt meer CO2 uit dan in

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar vindt de zuurstofopname plaats?
A
In de luchtpijp
B
In de bronchiën
C
In de Iuchtpijptakjes
D
In de longblaasjes

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies