6.5.8 Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
6.5.9 Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 2 - Tekstslide
Als er bevruchting plaatsvindt, spreken we van geslachtelijke voortplanting
50/50
Slide 3 - Tekstslide
Als een deel van de plant uitgroeit tot een nieuwe plant spreken we van ongeslachtelijke voortplanting
Slide 4 - Tekstslide
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 5 - Tekstslide
Bij ongeslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouder.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
7 onderwerpen
Knollen
Bollen
Uitlopers
Wortelstokken
Stekken
Weefselkweek
Andere organismen
Ga op onderzoek uit...
Wat is het?
Hoe werkt het?
Geef 2 voorbeelden van organismen waar het voorkomt.
15 min max.
Slide 8 - Tekstslide
Knollen
Een knol heeft knoppen. Bij een aardappel worden die knoppen ‘ogen’ genoemd. In het voorjaar gaan de knoppen uitlopen. Uit één knop groeit een aardappelplant (zie afbeelding 4).
Verdikte stengel
Slide 9 - Tekstslide
Bollen
Tussen de rokken bevinden zich knoppen.
Als een bol in het voorjaar uitloopt, ontstaat uit één knop een plant. Uit de andere knoppen ontstaan nieuwe bollen
Slide 10 - Tekstslide
Uitlopers
Dat zijn bovengrondse stengels waaraan op verschillende plaatsen jonge planten ontstaan.