Lezen 3.1 Informatieve teksten

Nederlands
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 3.1 Informatieve teksten
Doel: 

Je herkent informatieve teksten en je weet waarover de schrijver je wil informeren. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke informatieve
teksten ken je?

Slide 3 - Woordweb

Wat zijn informatieve teksten?

Slide 4 - Tekstslide

Welke informatieve teksten zijn er:

  • Nieuwsbericht
  •  Reportage
  • Achtergrondartikel
  • Brochure
  • Voorlichtingsfolder
  • Interview

Slide 5 - Tekstslide

Welke kenmerken hebben informatieve teksten?

Nieuwsberichten:
  • vetgedrukte kop boven de tekst 
  • vetgedrukte eerste alinea = lead (korte samenvatting van tekst)

Voorlichtingsfolders: 
  • opmaak (kolommen en tussenkopjes)





Slide 6 - Tekstslide

Voorlichtingsfolder

Slide 7 - Tekstslide

Wat is nog meer belangrijk?
Informatieve teksten zijn objectief.

Doel: informatie geven. Je krijgt antwoorden op vragen en je kunt er iets van leren.

Kritisch lezen: hoe is de betrouwbaarheid? (bron)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is je leesdoel bij een informatieve tekst?
A
iemands mening te weten komen
B
leren hoe je iets moet doen
C
antwoord krijgen op vragen over een onderwerp

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van een folder?
A
tekst in kolommen
B
tussenkopjes
C
titel
D
gevouwen vel papier

Slide 10 - Quizvraag

Hoe noem je de eerste alinea van een nieuwsbericht?

Slide 11 - Open vraag

Waar moet je op letten om te weten of de tekst betrouwbaar is?
A
wie is de schrijver?
B
de bron (waar komt de informatie vandaan)
C
hoe oud is de informatie?
D
kun je de informatie controleren?

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de tekstsoort van de tekst op de vorige slide?

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!
Maak van Lez 3.1 
opdracht 1, 2 en 3

Klaar? Maak de examenopdracht
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide