Je hebt 20 minuten de tijd om de vragen te beantwoorden.
Kijk goed naar het resultaat als je de vragen gemaakt hebt welke vragen je onjuist had beantwoord en wat het juiste antwoord was geweest.
Ben je klaar? Ga dan verder naar hoofdstuk 2.3 Planten in de Wikiwijs en maak de vragen.
Slide 26 - Tekstslide
De voedselkringloop
Producenten
Planten (maken): Begin van de voedselkringloop, door middel van fotosynthese maken ze de voedingsstof glucose (suiker).
Glucose + mineralen uit de grond = zetmeel, vet en eiwit.
Als plant sterft --> schimmels, bacteriën en bodemdiertjes omgezet worden in mineralen (voedingsstof)
Consumenten
Dieren/mensen (gebruiken): dieren eten voedingsstoffen die planten maken, ofwel rechtstreeks of door andere dieren op te eten.
Bij het opeten komt afval ofwel mest vrij. Ook dode dieren zijn afval.
De afvaleters en reducenten eten dat afval op en verwerken het tot mineralen.
Bodemleven: eten natuurlijk afval zoals mest, dode dieren en afgevallen bladeren.
Zijn belangrijk voor de vruchtbaarheid van de grond (wormen, kevers, pissebedden en duizendpoten)
Reducenten
Schimmels, bacteriën (verminderen): breken humus af tot mineralen.
Humus = laag in de bodem die ontstaat nadat het bodemleven het natuurlijk afval heel klein hebben gemaakt --> worden dan mineralen die in de grond terecht komen --> planten nodig om hun voedingsstoffen te maken.
Slide 27 - Tekstslide
Bodemlagen
1?
Strooisellaag = steeds opnieuw aangevuld met natuurlijk afval. Wordt opgeruimd door alleseters.
2?
Humuslaag = laag bestaat uit donkere korreltjes, door het afval dat afgebroken is. Tevens bevat het poep van afvaleters.
Schimmels en bacteriën zetten humus om in mineralen.
3?
Grondlaag = laag bestaat uit zand, klei, leem of veen.
De powerpoint van de lessen biologie die door mij gegeven is tijdens de lessen
Slide 30 - Tekstslide
Biologie Verteringsstelsel
DoeVm21
Slide 31 - Tekstslide
maken.wikiwijs.nl
Slide 32 - Link
Vul het spijsverteringsstelsel van de mens in, kijk hoeveel jij er al van weet.
Je hebt 10 minuten de tijd voor.
Als iedereen klaar is kijken we het gezamenlijk na.
Ben je klaar? Haal de kruiswoordpuzzel bij mij op. Daar heb je 20 minuten de tijd voor, daarna bespreken we die klassikaal.
Slide 33 - Tekstslide
Antwoorden spijsverteringsstelsel
Slide 34 - Tekstslide
Welk soort kiezen hebben planteneters (herbivoren)?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen
Slide 35 - Quizvraag
Welk soort kiezen hebben vleeseters (carnivoren)?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen
Slide 36 - Quizvraag
Welk soort kiezen hebben alleseters (omnivoren)?
A
Plooikiezen, geen hoektanden.
B
Knipkiezen, scherpe grote hoektanden.
C
Knobbelkiezen, hoektanden verschillen van grootte.
Slide 37 - Quizvraag
3 soorten vertering
Mechanische vertering --> kneden (spieren in darmen en maag), kauwen (gebit), mengen (tong) van voedsel door gebit en spieren.
Enzymatische vertering --> vertering door enzymen uit verteringssappen (speeksel, maagsap, alvleessap en darmsap). Knippen voeding in kleine stukjes zodat het opgenomen kan worden door het lichaam.
Bacteriologische vertering --> vertering met behulp van bacteriën en eencellige beestjes (fermentatie). Vooral verteren van celwanden plantaardig voedsel. Pens van de koe.
Slide 38 - Tekstslide
Bacteriologische vertering
Enzymatische vertering
Mechanische vertering
Lebmaag
Pens, netmaag, boekmaag en blinde darm
Kiezen, tong, spieren maag en darmen
Slide 39 - Sleepvraag
Pens
Netmaag
Boekmaag
Lebmaag
De 'bladzijden' halen het vocht en mineralen uit het voer.
Werkt als opslag, past 150 liter in. Zit het vol, komt het terug in de bek om te herkauwen. Microben helpen bij het afbreken van plantaardig voedsel.
Kleine deeltjes doorlaten naar boekmaag. Grove delen samenpersen tot voedselbolus.
Lijkt op de menselijke maag. Voedingsstoffen verteerd en opgenomen door het lichaam. Ziekteverwekkers en pensmicroben doden.
Slide 40 - Sleepvraag
Waarom is een koe een herkauwer?
Slide 41 - Open vraag
In welke maag komt de melk bij een kalf terecht?
A
Pens
B
Netmaag
C
Boekmaag
D
Lebmaag
Slide 42 - Quizvraag
Hoe wordt het reflex genoemd die zorgt dat de melk direct in de lebmaag terecht komt?
A
Lebmaagsleufreflex
B
Slokdarmsleufreflex
C
Penssleufreflex
Slide 43 - Quizvraag
Afgebroken door pensmicroben (beestjes) die er zuren van maken. Die zuren ontwikkelen de penspapillen.
Stimuleert pensbewegingen. Waardoor de spieren in de penswand ontwikkelen.
Slide 44 - Sleepvraag
Waarom is het voor een varken belangrijk om een goed ontwikkelde blinde darm te hebben?
Hoofdstuk 5 van Wikiwijs biologie 5.1 t/m 5.7 onderaan de hoofdstukken kun je de vragen maken behorende bij de tekst die erboven staat om je goed voor te bereiden
Extra opdracht die je gemaakt hebt over de verschillende verteringsstelsels
De PowerPoint van de lessen biologie die door mij gegeven is tijdens de lessen