Biologie DoeVm21

DoeVm21
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

DoeVm21

Slide 1 - Tekstslide

Organismen = vertoont levensverschijnselen
Dood?
Dood = Vertoont geen levensverschijnselen meer
Levensloos?
Levensloos = Heeft nooit geleefd, nooit levensverschijnselen gehad.
Wat is er levensloos?

Slide 2 - Tekstslide

Bewegen
Lopen, vreten
Waarnemen
Voedsel vinden, gevaar signaleren (kijken, voelen, ruiken, horen)
Voortplanten
Nakomelingen krijgen (kalf)
Plant --> zaden
Bacterie --> delen
Groeien
Groter en zwaarder worden koe  
Boom -> steeds dikker worden
Ontwikkelen
Van kalf -> koe groeien
rups -> vlinder
Kiemplantje -> Volwassen plant
Voeden
Alle organismsen hebben voedsel en water nodig -> energie en te groeien
Ademhalen
Alle organismen halen adem
Uitscheiden
Plassen, poepen, zweten, koolstofdioxide of zuurstof
Reageren
Schrikreactie

Slide 3 - Tekstslide

Organisme
Een- of meercellig?
Celkern?
Celwand?
Bladgroenkorrels?
Bacteriën
Eencellig
Nee
Ja
Nee
Schimmels
Een- of meercellig
Ja
Ja
Nee
Planten
Een- of meercellig
Ja
Ja
Ja
Dieren
Een- of meercellig
Ja
Nee
Nee

Slide 4 - Tekstslide

Maak individueel de vragen in de Wikiwijs. Hoofdstuk 1.2 organismen.
Je hebt een kwartier de tijd om de vragen te beantwoorden.
Kijk goed naar het resultaat als je de vragen gemaakt hebt welke vragen je onjuist had beantwoord en wat het juiste antwoord was geweest.
Ben je klaar? Ga dan verder naar hoofdstuk 1.3 Orgaanstelsels in de Wikiwijs en maak de vragen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Maak individueel de vragen in de Wikiwijs. Hoofdstuk 1.3 Orgaanstelsels. https://maken.wikiwijs.nl/155609/MBO2_Biologie_veehouderij#!page-5748615

Je hebt een kwartier de tijd om de vragen te beantwoorden.
Kijk goed naar het resultaat als je de vragen gemaakt hebt welke vragen je onjuist had beantwoord en wat het juiste antwoord was geweest.
Ben je klaar? Ga dan verder naar hoofdstuk 1.3 Orgaanstelsels in de Wikiwijs en maak de vragen.

Slide 8 - Tekstslide

DoeVm21

Slide 9 - Tekstslide

Welk orgaanstelsel biedt stevigheid aan het organisme?
A
Bloedvatenstelsel
B
Skelet
C
Spierstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel maakt beweging mogelijk?
A
Bloedvatenstelsel
B
Skelet
C
Spierstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel neemt zuurstof op en geeft koolstofdioxide af?
A
Bloedvatenstelsel
B
Skelet
C
Spierstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 12 - Quizvraag

Welk orgaanstelsel vervoert zuurstof en voedingsstoffen door het lichaam?
A
Bloedvatenstelsel
B
Skelet
C
Spierstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 13 - Quizvraag

Boekmaag
Pens
Netmaag
Lebmaag

Slide 14 - Sleepvraag

Pens
Netmaag
Boekmaag
Lebmaag
De 'bladzijden' halen het vocht en mineralen uit het voer.
Werkt als opslag, past 150 liter in. Zit het vol, komt het terug in de bek om te herkauwen. Microben helpen bij het afbreken van plantaardig voedsel.
Wordt het eten verteerd tot een soepje.
Lijkt op de menselijke maag. Voedingsstoffen verteerd en opgenomen door het lichaam.

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Link

Soorten cellen

Slide 17 - Tekstslide

Maak individueel de vragen in de Wikiwijs. Hoofdstuk 1.4 Cellen. https://maken.wikiwijs.nl/155609/MBO2_Biologie_veehouderij#!page-5748613

Je hebt 10 minuten de tijd om de vragen te beantwoorden.
Kijk goed naar het resultaat als je de vragen gemaakt hebt welke vragen je onjuist had beantwoord en wat het juiste antwoord was geweest.
Ben je klaar? Ga dan verder naar hoofdstuk 2.3 Planten in de Wikiwijs en maak de vragen.

Slide 18 - Tekstslide

Verschillende plasticiden

Slide 19 - Tekstslide

DoeVm21

Slide 20 - Tekstslide

Wat heeft een dierlijke cel niet?
A
Geen celkern
B
Geen celwand
C
Geen cytoplasma
D
Geen celmembraan

Slide 21 - Quizvraag

Wat heeft een cel van een bacterie niet?
A
Geen celkern
B
Geen celwand
C
Geen cytoplasma
D
Geen celmembraan

Slide 22 - Quizvraag

Wat heeft een plantencel wel wat andere cellen niet hebben?
A
Bladgroenkorrels en een celwand
B
Bladgroenkorrels en een celmembraan
C
Bladgroenkorrels en een vacuole
D
Bladgroenkorrels en cytoplasma

Slide 23 - Quizvraag

Wat doet de vacuole?
A
Vindt fotosynthese plaats zodat het zelf voedingsstoffen kan maken
B
Dit houdt de inhoud van de cel bij elkaar
C
Is het stuurcentrum van de cel
D
Geeft stevigheid aan de cel als het gevuld is met water

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link

Maak individueel alle vragen in de Wikiwijs. Hoofdstuk 2.1 en 2.2 Verschillende organismen. https://maken.wikiwijs.nl/155609/MBO2_Biologie_veehouderij#!page-5748618

Je hebt 20 minuten de tijd om de vragen te beantwoorden.
Kijk goed naar het resultaat als je de vragen gemaakt hebt welke vragen je onjuist had beantwoord en wat het juiste antwoord was geweest.
Ben je klaar? Ga dan verder naar hoofdstuk 2.3 Planten in de Wikiwijs en maak de vragen.

Slide 26 - Tekstslide

De voedselkringloop
Producenten
Planten (maken): Begin van de voedselkringloop, door middel van fotosynthese maken ze de voedingsstof glucose (suiker).
Glucose + mineralen uit de grond = zetmeel, vet en eiwit.
Als plant sterft --> schimmels, bacteriën en bodemdiertjes omgezet worden in mineralen (voedingsstof)
Consumenten
Dieren/mensen (gebruiken): dieren eten voedingsstoffen die planten maken, ofwel rechtstreeks of door andere dieren op te eten.
Bij het opeten komt afval ofwel mest vrij. Ook dode dieren zijn afval.
De afvaleters en reducenten eten dat afval op en verwerken het tot mineralen.
Bodemleven: eten natuurlijk afval zoals mest, dode dieren en afgevallen bladeren.
Zijn belangrijk voor de vruchtbaarheid van de grond (wormen, kevers, pissebedden en duizendpoten)
Reducenten
Schimmels, bacteriën (verminderen): breken humus af tot mineralen.
Humus = laag in de bodem die ontstaat nadat het bodemleven het natuurlijk afval heel klein hebben gemaakt --> worden dan mineralen die in de grond terecht komen --> planten nodig om hun voedingsstoffen te maken.

Slide 27 - Tekstslide

Bodemlagen
1?
Strooisellaag = steeds opnieuw aangevuld met natuurlijk afval. Wordt opgeruimd door alleseters.
2?
Humuslaag = laag bestaat uit donkere korreltjes, door het afval dat afgebroken is. Tevens bevat het poep van afvaleters. 
Schimmels en bacteriën zetten humus om in mineralen.
3?
Grondlaag = laag bestaat uit zand, klei, leem of veen.

Slide 28 - Tekstslide

Maak individueel alle vragen in de Wikiwijs. Hoofdstuk 2.3 planten en 2.5  De voedselkringloop. https://maken.wikiwijs.nl/155609/MBO2_Biologie_veehouderij#!page-5751477

Je hebt 20 minuten de tijd om de vragen te beantwoorden.
Kijk goed naar het resultaat als je de vragen gemaakt hebt welke vragen je onjuist had beantwoord en wat het juiste antwoord was geweest.
Ben je klaar? Ga dan leren voor de toets volgende week.

Slide 29 - Tekstslide

Toets biologie 7-10-2024: Cellen en Weefsels
Welke onderwerpen kun je op de toets verwachten?
- Groepen organismen, de bouw van een organisme, verschillende plastiden, de bouw van een cel, levensverschijnselen.

Wat moet je kennen en kunnen?

Slide 30 - Tekstslide

Biologie Verteringsstelsel
DoeVm21

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Vul het spijsverteringsstelsel van de mens in, kijk hoeveel jij er al van weet.
Je hebt 10 minuten de tijd voor. 
Als iedereen klaar is kijken we het gezamenlijk na.
Ben je klaar? Haal de kruiswoordpuzzel bij mij op. Daar heb je 20 minuten de tijd voor, daarna bespreken we die klassikaal.

Slide 33 - Tekstslide

Antwoorden spijsverteringsstelsel

Slide 34 - Tekstslide

Welk soort kiezen hebben planteneters (herbivoren)?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 35 - Quizvraag

Welk soort kiezen hebben
vleeseters (carnivoren)?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 36 - Quizvraag

Welk soort kiezen hebben
alleseters (omnivoren)?
A
Plooikiezen, geen hoektanden.
B
Knipkiezen, scherpe grote hoektanden.
C
Knobbelkiezen, hoektanden verschillen van grootte.

Slide 37 - Quizvraag

3 soorten vertering
  • Mechanische vertering --> kneden (spieren in darmen en maag), kauwen (gebit), mengen (tong) van voedsel door gebit en spieren.
  • Enzymatische vertering --> vertering door enzymen uit verteringssappen (speeksel, maagsap, alvleessap en darmsap). Knippen voeding in kleine stukjes zodat het opgenomen kan worden door het lichaam.
  • Bacteriologische vertering --> vertering met behulp van bacteriën en eencellige beestjes (fermentatie). Vooral verteren van celwanden plantaardig voedsel. Pens van de koe.

Slide 38 - Tekstslide

Bacteriologische vertering
Enzymatische vertering
Mechanische vertering
Lebmaag
Pens, netmaag, boekmaag en blinde darm
Kiezen, tong, spieren maag en darmen

Slide 39 - Sleepvraag

Pens
Netmaag
Boekmaag
Lebmaag
De 'bladzijden' halen het vocht en mineralen uit het voer.
Werkt als opslag, past 150 liter in. Zit het vol, komt het terug in de bek om te herkauwen. Microben helpen bij het afbreken van plantaardig voedsel.
Kleine deeltjes doorlaten naar boekmaag. Grove delen samenpersen tot voedselbolus.
Lijkt op de menselijke maag. Voedingsstoffen verteerd en opgenomen door het lichaam. Ziekteverwekkers en pensmicroben doden.

Slide 40 - Sleepvraag

Waarom is een koe een herkauwer?

Slide 41 - Open vraag

In welke maag komt de melk bij een kalf terecht?
A
Pens
B
Netmaag
C
Boekmaag
D
Lebmaag

Slide 42 - Quizvraag

Hoe wordt het reflex genoemd die zorgt dat de melk direct in de lebmaag terecht komt?
A
Lebmaagsleufreflex
B
Slokdarmsleufreflex
C
Penssleufreflex

Slide 43 - Quizvraag

Afgebroken door pensmicroben (beestjes) die er zuren van maken. Die zuren ontwikkelen de penspapillen.
Stimuleert pensbewegingen. Waardoor de spieren in de penswand ontwikkelen.

Slide 44 - Sleepvraag

Waarom is het voor een varken belangrijk om een goed ontwikkelde blinde darm te hebben?
A
Opslagplaats van poep.
B
Absorberen van water.
C
Vertering eiwitten, vetten en zetmeel.
D
Verteren van plantaardige resten.

Slide 45 - Quizvraag

Waarom moet een kip
maagkiezel eten?

Slide 46 - Open vraag

Alleseter
Vleeseter
Planteneter

Slide 47 - Sleepvraag

Toets biologie 4-11-2024: Verteringsstelsels
Welke onderwerpen kun je op de toets verwachten?
- Type eters, verteringsstelsel koe, verteringsstelsel kalf, verteringsstelsel varken, verteringsstelsel kip.

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Hoofdstuk 5 van Wikiwijs biologie 5.1 t/m 5.7 onderaan de hoofdstukken kun je de vragen maken behorende bij de tekst die erboven staat om je goed voor te bereiden
  • Extra opdracht die je gemaakt hebt over de verschillende verteringsstelsels
  • De PowerPoint van de lessen biologie die door mij gegeven is tijdens de lessen

Slide 48 - Tekstslide