5.3 Belasting op shoppen

Welkom T2B!
Pak je laptop er vast bij.

Leg je tas op de grond

Vandaag: BTW = belasting op shoppen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom T2B!
Pak je laptop er vast bij.

Leg je tas op de grond

Vandaag: BTW = belasting op shoppen

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Marketing: de activiteiten om je product op de markt te verkopen

Concrete markt en abstracte markt

Cola smaaktest

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zou jij de verkoopprijs van een product bepalen? Oftewel: welke informatie heb je dan nodig?

Slide 3 - Open vraag

Vaak doen bedrijven dat zo:
Eerst berekenen ze de inkoopprijs per product

Vervolgens berekenen ze een opslag voor de winst --> ze willen natuurlijk wel winst maken. Vaak is dat een percentage

Ten slotte moet de btw er nog overheen: belasting over de toegevoegde waarde

Slide 4 - Tekstslide

BTW berekenen
BTW: belasting over de toegevoegde waarde

0%: medische hulp en banken
9%: eerste levensbehoeften
21%: rest (verreweg het meeste)

Staat vaak op je bonnetje

Slide 5 - Tekstslide

BTW: rekenvoorbeeld
De verkoopprijs exclusief BTW van het spelletje Boonanza is 8 euro. Als het BTW-percentage 21% is, wat is dan de verkoopprijs inclusief BTW?



Slide 6 - Tekstslide

BTW: rekenvoorbeeld
De verkoopprijs exclusief BTW van het spelletje Boonanza is 8 euro. Als het BTW-percentage 21% is, wat is dan de verkoopprijs inclusief BTW?

BTW = 0,21 x 8 = 1,68
Totaalprijs = 8 + 1,68 = 9,68


Slide 7 - Tekstslide

Joachim rekent voor een fiets een verkoopprijs van € 520. De btw is 21%. Wat is de verkoopprijs inclusief btw?
A
109,20 euro
B
410,80 euro
C
624 euro
D
629,20 euro

Slide 8 - Quizvraag

De verkoopprijs van brood is 2 euro. Er gaat 9% btw over brood heen. Bereken de verkoopprijs incl. btw.
A
2,18 euro
B
2,30 euro
C
2,42 euro
D
2,50 euro

Slide 9 - Quizvraag

Je koopt kaas in voor € 7,20 per kilo. Je rekent een winstopslag van 60%. De btw is 9%. Bereken de prijs die je moet betalen voor een kilo kaas.
A
12,16
B
12,56

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag
Wat: H5 paragraaf 3 opgave 37 t/m 45
Wie: alleen of samen
Hoe: uit je boek en in je schrift (of online)
Waarom? Zodat je kunt rekenen met percentages op de verkoopprijs
Tot: 13:30 uur 
Klaar: werk vast verder aan de paragraaf

Slide 11 - Tekstslide