Test je kennis - H4 en H5

Planning
  • 20 min leertijd
  • Toetsvraag maken
  • Test
  • Paragraaf 5.3 nakijken
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
  • 20 min leertijd
  • Toetsvraag maken
  • Test
  • Paragraaf 5.3 nakijken

Slide 1 - Tekstslide

Leermoment
  • In stilte
  • 15/20 min leren
  • H4 en H5
  • Begrippen / leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Toetsvraag
Aantekeningenschrift.

Slide 3 - Tekstslide

Test je kennis
WO2 en Koude Oorlog

Slide 4 - Tekstslide

Welke jaartallen begrenzen WO II?
A
1939-1945
B
1940-1945
C
1941-1944
D
1939-1946

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
1938
B
1940
C
1939
D
1941

Slide 6 - Quizvraag

Met welke aanval start de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 7 - Quizvraag

Duitsland kon begin 1940 snel grote delen van West-Europa veroveren. Verklaar dit met twee verschillende redenen.

Slide 8 - Open vraag

Welke codenaam kreeg de Duitse aanval op de Sovjet-Unie?
A
Fall Gelb
B
Barbarossa
C
Marker Garden
D
Overlord

Slide 9 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 10 - Quizvraag

In welk jaartal was D-Day?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de holocaust?
A
Andere naam voor de Tweede wereldoorlog
B
een massamoord
C
De massamoord op de Joden
D
Het discrimineren van Joden

Slide 12 - Quizvraag

A. De Duitse joden raken uitgesloten van de samenleving.
B. De nazi’s voeren de rassenwetten in.
C. Duitse joden verliezen hun burgerrechten.
D. Hitler en zijn NSDAP komen in Duitsland aan de macht.

Slide 13 - Open vraag

Wat is de grootste slag uit de Tweede Wereldoorlog, die ook meteen het begin van het einde voor Nazi-Duitsland was?
A
Slag om Engeland
B
Aanval op Pearl Harbor
C
Slag om Stalingrad
D
D-Day

Slide 14 - Quizvraag

Waarom raakt Amerika in de oorlog betrokken?
A
Engeland vraagt steun aan de VS
B
De aanval op Pearl Harbor door Japan
C
D-Day
D
De slag bij Stalingrad

Slide 15 - Quizvraag

Geallieerden: 
As Mogendheden
VS
USSR (SU)
Duitsland
Japan
Italië
Groot-Brittannië

Slide 16 - Sleepvraag

Verzet
Collaboratie 
Persoonsbewijs vervalsen
Aanmelden Waffen SS
Lid NSB
Illegale krant verspreiden
Duitse codes kraken

Slide 17 - Sleepvraag

Churchill
VS


Roosevelt
Stalin
Groot-Brittannië
USSR

Slide 18 - Sleepvraag

Conferentie Jalta en conferentie Potsdam. Welke persoon werd verwisseld? En van welk land?

Slide 19 - Open vraag

Conferentie Jalta en Potsdam, hoe verandert de verhouding?

Slide 20 - Open vraag

Jodenvervolging: welke volgorde is juist?
A
Oppakken - doorvoerkamp - concentratiekamp - vergassen.
B
Concentratiekamp - oppakken - doorvoerkamp - vergassen
C
Doorvoerkamp - oppakken - concentratiekamp - vergassen.
D
Vergassen - doorvoerkamp - concentratiekamp - oppakken

Slide 21 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis eindigt de Tweede Wereldoorlog?
A
De zelfmoord van Hitler
B
De overgave van Duitsland
C
De overgave van Japan
D
De Atoombommen op Japan

Slide 22 - Quizvraag

Nederland kreeg hulp van Amerika bij de wederopbouw. Dit heet ...
A
Trumandoctrine
B
Marshallhulp
C
Dawesplan
D
SER

Slide 23 - Quizvraag

In welk jaar werd het Marshallplan geintroduceerd?

Slide 24 - Open vraag

Het communisme wil...
A
Een sterke leider, aan wie iedereen gehoorzaam is
B
Gelijke verdeling van bezit en macht
C
Democratie
D
De mogelijkheid om winst te maken en rijk te worden

Slide 25 - Quizvraag

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is kapitalisme?
A
economische systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
B
politiek systeem met zo min mogelijk regels voor zoveel mogelijk winst
C
politiek systeem voor zoveel mogelijk vrijheid
D
de opkomst van productie in fabrieken

Slide 27 - Quizvraag

Waarom wordt de Koude Oorlog
de 'Koude' Oorlog genoemd?
Koude Oorlog.
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel veel dreiging en spanning.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 28 - Quizvraag

Hoe reageert het westen op de blokkade van Berlijn?
A
Ze bevrijden heel Berlijn
B
Ze bombarderen Berlijn
C
Ze stellen een luchtbrug in
D
Ze geven west-Berlijn op aan de Sovjets

Slide 29 - Quizvraag

Wat was de Berlijnse Muur?
A
Een muur die een oorlog in Duitsland voorkwam
B
Een muur om Oost- en West-Berlijn van elkaar te scheiden
C
Een muur in Duitsland met verder geen betekenis
D
Een muur die werd gebouwd om Oost- en West-Duitsland te scheiden

Slide 30 - Quizvraag

Het Westen
Het Oostblok
De VS
De Sovjet-Unie (SU)
Communisme
Dictatuur
Democratie
Kapitalisme

Slide 31 - Sleepvraag

Wat is de 'Trumanleer'?
A
Dat Amerika in elk land militair mag ingrijpen als zij communistisch dreigen te worden
B
Een financieel noodpakket bedoeld voor de wederopbouw van Europa
C
Het plan om Duitsland na wo2 weer democratisch te maken
D
Dat Amerika het gebruik van atoomwapens inzet bij communistische dreiging

Slide 32 - Quizvraag

Tussenstand
Moet je nog veel herhalen voor jezelf?

Nog een paar vragen te gaan.....

Slide 33 - Tekstslide

wat was de DDR?
A
West-duitsland, communistisch
B
Oost-duitsland, democratisch
C
Oost-duitsland, communstisch
D
West-duitsland, democratisch

Slide 34 - Quizvraag

De slag om Stalingrad begon in 1942. Waarom was de slag om Stalingrad een keerpunt in de oorlog?
A
Duitsland kon eindelijk verder Rusland in
B
Duitsland werd voor het eerst echt verslagen
C
Stalin ging meevechten in de oorlog
D
Amerika ging Rusland helpen, waardoor Duitsland hier verloor

Slide 35 - Quizvraag

Wat is D-day?
A
Dat de geallieerden landden op Normandië
B
Dat Duitsland Nederland aanviel
C
Dat er atoombommen in Azië werden gebruikt
D
Een blitzkrieg

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het verzet?
A
Mensen die het eens waren met de Duitsers
B
Mensen die de Duitsers tegenwerkten

Slide 37 - Quizvraag

Wat is collaboratie?
A
Samenwerken tegen de vijand
B
Je verzetten tegen de vijand
C
Samenwerken met de vijand
D
Hetzelfde als capitulatie

Slide 38 - Quizvraag

Koude oorlog jaartallen?
A
1945 -1991
B
1950-nu
C
1950-1989
D
1945-nu

Slide 39 - Quizvraag

Wat was het belangrijkste doel van de Conferentie van Potsdam?
A
Oprichting van de Verenigde Naties
B
Vaststelling van de grenzen van bezet Duitsland
C
Herstel en heropbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog
D
Ondertekening van het Verdrag van Versailles

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de de Cubacrisis?
De Cubacrisis is
A
Cuba wil bij Amerika horen
B
Cuba wordt communistisch Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de Verenigde Staten aan Cuba.
D
Plaatsen van raketinstallaties op Cuba.

Slide 41 - Quizvraag

Koppel de persoon aan de juiste omschrijving.
Leider van de Sovjet-Unie tijdens de Cubacrisis
Leider van de Sovjet-Unie die een eind maakt aan de Koude Oorlog
Leider van de VS tijdens de Cubacrisis
Kennedy
Chroesjtsjov
Gorbatsjov

Slide 42 - Sleepvraag

Communisme
Kapitalisme
Stalin
Kennedy
Cubacrisis
Vietnam
Oost
West

Slide 43 - Sleepvraag