6.4 natuurbeheer

bs 3 samenleven

Hoe kan in een populatie de concurrentie tussen soortgenoten worden verminderd? Noem twee manieren.


Wat betekent mutualisme? 
Geef hier een voorbeeld van.
Tekst
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

bs 3 samenleven

Hoe kan in een populatie de concurrentie tussen soortgenoten worden verminderd? Noem twee manieren.


Wat betekent mutualisme? 
Geef hier een voorbeeld van.
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs 3 samenleven

Hoe kan in een populatie de concurrentie tussen soortgenoten worden verminderd? Noem twee manieren.


Wat betekent mutualisme? 
Geef hier een voorbeeld van.
Een symbiose tussen twee organismen waarbij beide voordeel hebben.
Bijvoorbeeld een krokodil en een plevier
Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs 3 samenleven

Hoe kan in een populatie de concurrentie tussen soortgenoten worden verminderd? Noem twee manieren.

Door rangorde en territorium
Wat betekent mutualisme? 
Geef hier een voorbeeld van.
Een symbiose tussen twee organismen waarbij beide voordeel hebben.
Bijvoorbeeld een krokodil en een plevier
Tekst

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs 3 samenleven











Bremraap is een parasitaire plant. 
De botanische naam is orobanche, wat zoiets als ‘erwtenwurger’ betekent. Bremraap is in Nederland en België een zeer zeldzame en beschermde plant.

Heeft Bremraap bladgroenkorrels? Leg je antwoord uit




.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bs 3 samenleven











Bremraap is een parasitaire plant. 
De botanische naam is orobanche, wat zoiets als ‘erwtenwurger’ betekent. Bremraap is in Nederland en België een zeer zeldzame en beschermde plant.

Heeft Bremraap bladgroenkorrels? Leg je antwoord uit

Nee, want de bremraap krijgt voedsel van zijn gastheer en hoeft dus zelf geen voedsel te kunnen maken door fotosynthese.(wwar bladgroenkorrels voor nodg zijn)


.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurbeheer
 BS 6.4

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor gebruikt de mens het milieu?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biodiversiteit
Biodiversiteit

Slide 13 - Tekstslide

Het kleiner worden van onze biodiversiteit is gevaarlijk voor ons voedsel en voor medicijnen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurbeheer
Herintroductie otters

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurbeheer

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurbeheer

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anouk: in schakel 1 is het aantal producenten weer gegeven.

Jasmijn: de breedte van de schakel geeft het aantal organismen aan.

Wie heeft/hebben gelijk?
A
geen van beide meisjes
B
alleen Anouk
C
alleen Jasmijn
D
allebei hebben gelijk

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot de piramide van aantallen van afbeelding 1 behoren ook carnivoren
Tot welke schakel of schakels van afbeelding 1 behoren de carnivoren?
A
alleen schakel 4
B
alleen schakel 3 en 4
C
alleen schakel 2, 3 en 4
D
schakel 1, 2, 3 en 4

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de volgende factoren naar het juiste vak.
Biotische factoren
Abiotische factoren
neerslag
predatie
ziekten
bodem
schaduw
concurrentie
samenwerking

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Buizerd in dit plaatje zit in verschillende voedselketens.
Van welke orde is hij daardoor consument?

A
1e + 2e orde
B
2e +3e orde
C
1e + 2e + 3e + 4e + 5e + 6e + 7e orde
D
2e + 3e +4e +5e +6e orde

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet
één van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In tropische gebieden vindt ontbossing plaats, waardoor er meer ruimte is voor de landbouw.
Heeft ontbossing invloed op de biodiversiteit?



A
Ja, door ontbossing neemt de biodiversiteit af.
B
Ja, door ontbossing neemt de biodiversiteit toe.
C
Nee, ontbossing heeft geen invloed op de biodiversiteit

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn in deze kringloop afvaleters?
A
schildluizen
B
gadotjo's
C
houtluizen
D
bacteriën

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Behoort de mens tot een biotoop?
A
Ja
B
nee
C
soms

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hierboven vind je een schema uit een Oekraïens biologieboek. Zet de juiste Nederlandse woorden op de juiste plek.
consument 1e orde
consument 2e orde
reducent
producent

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hieronder staan drie voorbeelden van de invloed die verschillende soorten P en Q op elkaar kunnen uitoefenen.
Bij welke is er sprake van commensalisme?

A
P = + Q = -
B
P = + Q = +
C
P = + Q= 0

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik wil de SO op
21 april
12 mei
19 mei

Slide 33 - Poll

Deze slide heeft geen instructies