In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Herhaling hoofdstuk 3
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Planning (Kort, daarna vrijwillige deelname.) - Uitleg hele hoofdstuk. - Zelfstandig werken: D-toets of online oefentoets
Slide 2 - Tekstslide
Hele hoofdstuk
Wat zijn lineaire formules: - van formule naar grafiek - Punten/Coördinaten op grafiek - Standaardvorm: y = ax + b. Betekenis a en b. - Formule opstellen bij tabel en grafiek. Som- en verschilgrafieken (zelfstudie) Balansmethode en vergelijkingen oplossen. (BELANGRIJK)
Slide 3 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek.
Maak altijd eerst een tabel!
Slide 4 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek. Neem x-waarden van -3 tot 3. Stappenplan: Bereken minimaal 2 punten, als volgt:
Slide 5 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek. Stappenplan: Bereken minimaal 2 punten, als volgt: 0 en een zelfbedacht getal bijvoorbeeld 2!
x
0
2
y
Slide 6 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek. Neem x-waarden van -3 tot 3. Stappenplan: vul de x variabele in de formule en reken y uit!
x
0
2
y
-5
y=2,5⋅0−5
Slide 7 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek. Neem x-waarden van -3 tot 3. Stappenplan: vul de x variabele in de formule en reken y uit!
x
0
2
y
-5
y=2,5⋅0−5
y=0−5=−5
Slide 8 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek. Neem x-waarden van -3 tot 3. Stappenplan: vul de x variabele in de formule en reken y uit!
x
0
2
y
-5
0
y=2,5⋅2−5
y=5−5=0
Slide 9 - Tekstslide
Formule -> Grafiek
Gegeven is de formule: y = 2,5x - 5 Teken hiervan de grafiek. Neem x-waarden van -3 tot 3. Stappenplan: teken een assenstelsel met de punten en trek een lijn
Assenstelsel met de punten (0,-5) en (2,0). Lijn erdoor.
x
0
2
y
-5
0
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Punten/Coördinaten op grafiek
Gegeven is de formule: y = -4x + 22 Controleer of het punt (3, 10) op de grafiek ligt. Controleer of het punt (6, 2) op de grafiek ligt.
Er is een punt op de grafiek met een x-waarde van 5. Welke y-coördinaat hoort daarbij?
Slide 12 - Tekstslide
Standaardvorm: y = ax + b
Elke lineaire formule ziet er zo uit: (y = ax + b) R.C. = Richtingscoëfficiënt, geeft aan hoe de lijn loopt. (Dit is a) Beginwaarde = Waar de lijn ''begint'' op de y-as (Dit is b)
Dit idee/begrip komt steeds terug elke keer dat je met lineaire formules bezig gaat.
Slide 13 - Tekstslide
standaardformule Lineair verband
y = ax + b
a = richtingscoëfficient
b = begingetal
Slide 14 - Tekstslide
Formule opstellen bij grafiek
a = vind je door eerst twee roosterpunten te zoeken, vervolgens gebruik je verticaal : horizontaal. b = y-waarde bij snijpunt met verticale as.
y=ax+b
Slide 15 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
Slide 16 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
Slide 17 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
Slide 18 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
:4 :4
Slide 19 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
:4 :4
x=5
Slide 20 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
:4 :4
x=5
−12
−12
Slide 21 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
:4 :4
x=5
−12
−12
−3x=−6
Slide 22 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
:4 :4
x=5
−12
−12
−3x=−6
:-3 :-3
Slide 23 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen met Balansmethode (basis)
x+5=12
4x=20
−3x+12=6
−5
−5
x=7
:4 :4
x=5
−12
−12
−3x=−6
:-3 :-3
x=2
Slide 24 - Tekstslide
Balansmethode met haakjes
Slide 25 - Tekstslide
Balansmethode met breuken
werk de breuk weg door de breuk te vermenigvuldigen met de noemer. Het antwoord van die vermenigvuldiging is altijd teller!