In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H4
Schrijven
Je mening geven
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les - lezen
- Je weet wat een feit is.
- Je weet wat een mening is en waar je het aan kunt herkennen.
- Je weet wat een argument is en aan welke signaalwoorden je ze kunt herkenen.
Slide 2 - Tekstslide
Een mening is....
A
wat je ziet.
B
wat je denkt.
C
wat je vindt.
D
wat zo is.
Slide 3 - Quizvraag
Een feit kun je ......
Slide 4 - Open vraag
Aan welke signaalwoorden herken je een argument?
Slide 5 - Open vraag
Lesdoel
- Ik kan mijn mening opschrijven.
- Ik kan mijn mening uitleggen met argumenten.
- Ik kan voorbeelden geven bij mijn argumenten.
Slide 6 - Tekstslide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 7 - Link
Schrijven: je mening opschrijven
Theorie:
Als je je mening geeft, kun je ook uitleggen waarom je die mening hebt.
Je geeft dan een argument voor je mening.
Mening: Ik vind..., Volgend mij...
Argument: want..., omdat...
voorbeelden geven:
Slide 8 - Tekstslide
Ik vind sporten wel/niet belangrijk, omdat...
Slide 9 - Open vraag
Het verbod op mobiele telefoons in het verkeer vind ik wel/niet goed, want...
Slide 10 - Open vraag
Schrijven: je mening opschrijven
Oefenen:
Onze school wil meedoen aan een wedstrijd 'Wie is de beste docent(e) van onze school?'. Iedereen moet opschrijven wie dat volgens hem is en daarbij twee argumenten noemen.
Slide 11 - Tekstslide
Schrijf hieronder welke docent de beste van de school is en noem daarbij twee argumenten.
Slide 12 - Open vraag
Schrijven: je mening opschrijven
Oefenen:
Lees de strip op de volgende dia.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Schrijven: je mening opschrijven
Oefenen: De onderstaande oefening ga je in Word maken en moet je inleveren in Magister.me, opdrachten: Je mening opschrijven.
Slide 16 - Tekstslide
Schrijven: je mening opschrijven
Noteer je mening over het plaatsen van dit soort filmpjes op social media.
Bedenk ten minste twee argumenten. Noteer die in steekwoorden.
Bedenk bij elk argument een voorbeeld waarmee je dat argument verduidelijkt. Noteer dat voorbeeld in steekwoorden.
Maak een tekst van ongeveer 250 woorden waarin je je mening geeft. Gebruik de opbouw van de volgende dia.
Zet boven je tekst een titel en onder de tekst je naam en klas.
Slide 17 - Tekstslide
Schrijven: je mening opschrijven
Titel
Inleiding
Vertel waarop je reageert. Begin met: Ik las een strip waarin...
Geef daarna je mening.
Middenstuk:
Noteer het eerste argument. Geef een voorbeeld bij je argument.
Noteer het tweede argument. Geef een voorbeeld bij je argument.