2.3 het verteringsstelsel 2.4 organen voor vertering

Wat gaan we doen?
Practicum?
2.3 het verteringsstelsel 2.4 organen voor vertering
Mindmap maken
Opdrachten maken
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Practicum?
2.3 het verteringsstelsel 2.4 organen voor vertering
Mindmap maken
Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 3 Het verteringsstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
2.3.3 Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
2.3.4 Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
2.3.5 Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsstelsel
Wat is de functie van het verteringsstelsel?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringsstelsel

Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel.

Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmkanaal
Het voedsel dat je eet, komt in het darmkanaal.
Het darmkanaal hoort bij het verteringsstelsel.
Bestaat uit: slokdarm, twaalfvingerige darm, dunne darm, dikke darm en endeldarm.
Het darmkanaal loopt van de mond tot de anus.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verterings-
stelsel

Voedingsstoffen wordt verkleind
en opgenomen in het bloed
= verteren

Niet alle voedingsstoffen 
moeten worden verteert!



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze hoef je niet te verteren
Glucose, Mineralen, Water, Vitaminen
Deze moet je wel verteren
Vetten, Eiwitten, Koolhydraten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteren
Kleinmaken van voedingsstoffen = vertering.

Gebeurt door verteringssappen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen
Nodig om het voedsel kleiner te maken (door kauwen).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kauwen van voedsel
Door te kauwen krijg je een grotere oppervlakte

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen
  • Vertering gebeurt met verteringssappen
  • Verteringssappen bevatten enzymen
  • Die verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering
Verteren gebeurd met behulp van verteringssappen
In verteringssappen zitten enzymen
Enzymen versnellen het verkleinen van voedingsstoffen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verteringssappen
De vertering gebeurt met behulp van verteringssappen.
Verteringssappen worden gemaakt door verteringsklieren.
Speekselklieren
Speeksel
Maagsapklieren
Maagsap
Alvleesklier
Alvleessap
Lever
Gal
Darmsapklieren
Darmsap

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmperistaltiek
Spieren in de darmwand kunnen achter een voedselbrok samenknijpen = darmperistaltiek

Functie: voedsel wordt gekneed en gemengd met verteringssappen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmperistaltiek
  • Het voedsel verplaatst zich door darmperistaltiek.
  • Lengte- en kringspieren trekken om de beurt samen.
  • Voedsel wordt vooruit geduwd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
2.3.3 Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
2.3.4 Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
2.3.5 Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 4: Organen voor vertering
Thema 2: Voeding en vertering

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
2.4.6 Je kunt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel benoemen.
2.4.7 Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.

De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp. Belangrijke organen voor de vertering zijn de slokdarm, de maag, de lever, de dunne darm en de dikke darm.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organen voor vertering

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speekselklieren
voedsel inslikken, let op huig en strotklepje
speeksel: water, slijm en enzym,                               bevordert inslikken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groter oppervlak: Betere vertering mogelijk
Mondholte - keelholte - slokdarm

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte

Huig: klepje dat de neusholte afsluit als je voedsel inslikt.
Strotklepje: klepje dat de luchtpijp afsluit als je voedsel inslikt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De maag
  • Tijdelijke opslag van voeding.
  • De voedselbrij wordt gekneed en gemengd met maagsappen.
  • In de maagsappen zitten enzymen die eiwitten (gedeeltelijk) kunnen verteren.
  • Het maagsap is zuur waardoor bacterien gedood worden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag
Maagportier:
  • kringspier naar de darmen
  • regelt dat er steeds een klein beetje voedsel de maag verlaat

in 12-vingerige darm
Hoge zuurgraad (te zuur)                      ==> Maagportier dicht
Lage zuurgraad (richting neutraal)   ==> Maagportier open

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier
.



Emulgeren

Slide 27 - Tekstslide

vet verdelen in kleinere druppels, oppervlaktevergroting, zodat enzym dat vet verteert er beter bij kan
galblaas: opslag gal
uitleggen hoe verteringssappen in 12 vingerige darm komen
via galbuis en afvoerbuis
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier 
Gal en alvleessap wordt toegevoegd.

Galblaas is een opslagplaats; geen klier.

Gal verteert niet, maar emulgeert.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
Dunne darm binnenkant

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm:
Opname voedingsstoffen, vanuit dunne darm naar het bloed.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm met darmplooien, darmvlokken en darmsapklieren.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plooien & vlokken
  • Oppervlakte vergroting 
  • Dunne darm 
  • Dikte wand  
  • Bloedvaten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • In de dikke darm komen geen vlokken voor

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blinde darm
De overgang van de dunne darm naar de dikke darm noemen we de blinde darm/Appendix

Bij een blinde darm ontsteking is het wormvormige aanhangsel ontstoken. De blinde darm heeft geen functie.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm en endeldarm
Dikke darm
Voedselresten bevatten vocht - ontrokken/opnemen

Endeldarm
Opslagplek ontlasting - wachten op seintje aan hersenen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endeldarm
  • Dikke voedselresten van dikke darm naar endeldarm
  • Tijdelijke opslag want anus sluit het af = een kringspier
  • Endeldarm vol = poepen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies