1kgt -les 13 zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden

Welkom
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Lezen online

Zwakke werkwoorden


Sterke werkwoorden


Slide 2 - Tekstslide

Kies een website en lees artikelen die jou aanspreken.
www.nu.nl
www.nosteletekst.nl
www.jeugdjournaal.nl
www.metronieuws.nl
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Taalverzorging H5
Doel: Je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

De verleden tijd van zwakke werkwoorden.
Een van de werkwoorden in een zin is de persoonsvorm. Je gebruikt een persoonsvorm in de verleden tijd (vt) als iets al gebeurd is.

Bij de meeste werkwoorden maak je de verleden tijd door achter de ik-vorm -de(n) of -te(n) te zetten. Deze werkwoorden noem je zwakke werkwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

De verleden tijd
van zwakke werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

De verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Bij de meeste werkwoorden maak je de verleden tijd door achter de ik-vorm -de(n) of -te(n) te zetten. Deze werkwoorden noem je zwakke werkwoorden.

Maken: 4a, 5c, 6, 7c, 8c, 9b
timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

Taalverzorging
Je leert over de verleden tijd van sterke werkwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

De verleden tijd van sterke werkwoorden

Er zijn werkwoorden die in de verleden tijd veranderen van klank. Dat zijn de sterke werkwoorden. 
Bijvoorbeeld: geven – gaven, slapen – sliep, vriest – vroor, roepen – riepen.

Slide 9 - Tekstslide

De verleden tijd van sterke werkwoorden

• Schrijf het woord zo kort mogelijk.
• Gebruik alleen dubbele letters als dat nodig is voor de uitspraak: hebben – hadden.
• Kijk naar de vorm voor wij/jullie/zij om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt:
– ik vond, want: wij/jullie/zij vonden
– hij wist, want: wij/jullie/zij wisten
Let op: een persoonsvorm verleden tijd eindigt nooit op -dt.

Slide 10 - Tekstslide

De verleden tijd van sterke werkwoorden

Er zijn werkwoorden die in de verleden tijd veranderen van klank. Dat zijn de sterke werkwoorden. 
Bijvoorbeeld: geven – gaven, slapen – sliep, vriest – vroor, roepen – riepen.

Maken: 4a, 5c, 6c, 7c, 8b Klaar? Trainen taalverzorging
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Taalverzorging Spelling
Doel: Je leert over zijn, hebben, willen, kunnen en zullen.

Slide 12 - Tekstslide

Zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
Het Nederlands heeft vijf moeilijke werkwoorden die vaak voorkomen: zijn, hebben, willen, kunnen en zullen. 
Deze werkwoorden veranderen niet alleen van klinker, maar helemaal. 
Leer deze werkwoorden uit je hoofd.

Slide 13 - Tekstslide

Maken:
 
5c, 6, 7c, 8c, 9b
timer
15:00
H6
Taalverzorging
Zijn
Hebben
Willen
Kunnen
Zullen 

Slide 14 - Tekstslide